Door: Egbert Lydia
Na onze reizen naar oa Slovenië, Kroatië, Italië en Spanje / Portugal alsook een 3 mnds trektocht per Toyota pop-up campertje door Australië wilden we eigenlijk dit jaar naar Griekenland, dus op Campersite, Campertrips ed. wat verhalen gelezen en langzamerhand rees het idee om naar Turkije te gaan over land, mede ingegeven door het feit dat we de boot naar Griekenland nogal prijzig vonden en als we dan toch overland gingen dan zouden we net zo snel in Turkije als in Griekenland zijn. Na wat berichten gelezen te hebben over het door Servië / Montenegro en Bulgarije te rijden en hoe veilig dan wel onveilig dit wel of niet zou zijn, besloten we om definitief over land naar Turkije te gaan.
Wij zijn dus : Lydia en Egbert begin zestigers en onze hond Max. We verplaatsen ons in een Grenzland 900 (bouwjaar 1989) gebouwd op Mercedes 711, dwz 7 tons chassis met 4 ltr turbo moter van 115 pk.
mdat wij graag in de zomer thuis zijn, is het voorjaar de aangewezen periode om naar landen te gaan waar het in de zomer heel warm kan zijn en daarom vertrekken we zaterdagmorgen 8 april vroeg uit Wachtebeke(B) om na een half uur te ontdekken dat we wat vergeten zijn en staan een uur later weer thuis. Na de nieuwe start gaat alles goed en ook Antwerpen (waar de grote werken aan de ring bezig zijn) is geen obstakel, via Heerlen, Aken richting Koblenz. Na een lange rustpauze verder naar Frankfurt, helaas staan we bij Aschaffenburg 2 uur in de file vanwege een ongeval, na een stop in een raststatte zoeken we rond 20.00 uur de camperplaats in Neumarkt op, waar we al eens eerder gestaan hebben en na 717 km vallen we zo in Morpheus armen. Aangezien de planning is om in 4 dagen Turkije te bereiken, zijn we genoodzaakt om via de autobanen te rijden en dat betekend een Go Box aanschaffen voor Oostenrijk. Wij nemen er een voor euro 105, krediet zodat we hopelijk op en neer kunnen door Oostenrijk. Gelukkig hebben ze er ook heerlijke harde broodjes zodat we de koude nacht zo vergeten zijn. De reis langs Linz, Wenen naar Hongaarse grens gaat vlot en om 15.45 uur zijn we door de douane. Omdat de reis voorspoedig verloopt, gaan we binnendoor rijden(wegen erg goed in Hongarije, evenals de bewegwijzering) en via de 1 langs Gijor en de 81 naar Szekesfehervar, waar we op de parking van de Inter-Spar overnachten. Helaas regent het nu erg hard en schiet het benen strekken erbij in en na alweer 690 km is de slaap vlug gekomen.
De derde dag is de planning om tot in Nis(SCG) te rijden, dus vroeg op en om 7.30 u rijden we over de 62 naar Duna-Foldvar en via Solt over de 53 tot de grens bij Tompa. Bij de grenscontrole bleek onze groene kaart niet in orde, hoewel we hiervoor speciaal een nieuwe gekregen hadden, bleek ze toch niet goed en dus moesten we ter plaatse een tijdelijke aanschaffen. Dit kon voor euro 125/mnd of euro 185/3 mnd. Deze laatste maar genomen want we zouden immers ook weer terugkomen langs Servië / Montenegro. (weer thuis heeft de verzekeringsmaatschappij alles vergoed). Na oponthoud van 1 uur bij Subotica op de “Snelweg” via Belgrado tot Nis, die ons de lieve som van euro 70 kostte. De indeling is in categorieën en wij zijn cat 3, kleinere motorhomes cat 2 (euro 41). Bij hotel Nais wat gedronken, daar we echter geen geld meer hadden naar de stad Nis gereden en gepind. Nu we hier toch zijn besluiten we om nog wat verder te rijden richting Bulgaarse grens. Helaas wordt het snel donker en de weg is erg slecht, vooral in de vele tunnels ook is er veel vrachtverkeer. Gelukkig vinden we na 50 km een parkeerplaats voor trucks waar ook nog twee Duitse motorhomes staan. Doodmoe vallen we in slaap, na alweer bijna 590 km.
Na een goede nachtrust breekt de dag aan dat we Turkije willen bereiken en om 9.30 u zijn we bij de Bulgaarse grens en na het betalen van 10 euro voor het gebruik van de wegen en 2 euro ecotax kunnen we snel verder. In Pirot halen we op een bank nog wat Lev´s en via Sofia waar er nog volop sneeuw in de bergen ligt en Plovdiv over goede wegen naar de Turkse grens, waar we rond 17.00 u beginnen aan het passeren. Na 5 maal het paspoort tonen en 3 maal de autopapieren en het aanschaffen van een visum voor 10 euro pp en 3 euro invoer voor de motorhome en nogmaals bagage controle zijn we na 1 uur over. Ook moet je hier de klok 1 uur vooruit zetten en is het snel avond. We besluiten tot Edirne te rijden om vervolgens midden in het centrum tegenover de Selimiye moskee op een parkeerplaats voor 3 euro de nacht door te brengen. Meteen zitten we midden in een andere cultuur en kunnen we al wat opsnuiven van de Oosterse sferen. In totaal hebben we nu 2450 km gereden en alles bij elkaar was het goed te doen.
Het genieten kan nu beginnen daarom slapen we nu wat langer zodat we fris zijn om alle nieuwe indrukken te kunnen opnemen, iets waarvoor Edirne zich zeer goed leent. Je hebt hier een aantal fraaie Moskeeën, waaronder de oude Moskee en de Selimiye van de architect Sinan, ook is er een mooie karavanserai, kortom een ideaal startpunt. Van Edirne over de 550 via Havsa en Kesan naar Gelibolu waar we op P plaats bij haven overnachten samen met nog een Nederlandse Camper.
Na een goede nacht via Eceabat met de veerboot(32 Lira)naar Canakkale, Troje laten we rechts liggen en bij Ayvacik slaan we af naar Assos, waar we de oude Griekse nederzetting en Osmaanse brug bekijken. Om niet dezelfde weg terug te moeten nemen besluiten we om hier een klein weggetje langs de kust te nemen richting Kucukkuyu, wat wonderwel goed gaat. Uiteindelijk belanden we in Burhaniye op een parkeerplaats bij de haven, als het s´nachts water giet zijn we blij dat deze verhard is en we s´morgens zonder problemen kunnen vertrekken.
We vereren Ayvalik met een bezoekje en doen er tegelijkertijd wat boodschappen. Door een streek met veel olijfboomgaarden bereiken we Bergama,
waar we vast geraken in het verkeer, maar na veel geroep geraken we er uit en bezoeken de mooie akropolis van Pergamon met z´n tempel van Trajanus /Theater/Altaar van Zeus ea. Het weer is niet wat we ervan verwachten, het is nl koud en er staat voortdurend een stijve bries, we overnachten daarom in Menemen in een woonwijk onder het toeziend oog van de Jandarma (militairen die ingezet worden voor de openbare veiligheid, je ziet ze overal in Turkiye).
16 april. Vandaag wordt Egbert 60, speciaal vieren doen we het niet omdat we dit thuis al gedaan hebben, in Izmir zoeken we de Mercedes dealer omdat we de motorhome een beurt willen geven, tevens tanken we hier bij Shell diesel, benzine, Lpg en water en wat een service hier ! De motorhome wordt helemaal gratis gewassen (later doet men dit nog vaker). Tip top in orde rijden we naar Selcuk, waar we de Byzantijnse citadel en het stadje bezoeken. Er zitten hier vele ooievaars te broeden op mooie oude marmeren zuilen heel speciaal, na een tip van een Belgische die hier een galerie heeft, dineren we s´avonds in het restaurant van de gemeente bij het zwembad (prima keuken). We overnachten op het marktplein dat inmiddels volledig schoon gemaakt is (zaterdag marktdag).
Omdat Efese hier om de hoek ligt is dat ons volgende doel. Als we er aankomen is het al druk met toeristen wat mede komt omdat het zondag is en er ook vele Turkse bezoekers zijn, zelfs hele schoolklassen mooi in uniform gestoken. Efese is ondanks de drukte heel mooi, met als pronkstuk de bibliotheek maar loop ook hier en daar eens achterom, heel verrassend! Via Kusadasi, waar de vele winkeltjes met hun toch wel agressieve verkopers ons niet kunnen bekoren zijn we langs Soke binnendoor naar Bagarasi gereden.
Hier bij school overnacht en ´s morgens waren we de attractie voor de kinderen, die de paar woorden Engels (“what´s your name” en “where are you from”) die ze kenden, op ons afvuurden. Om 9 uur in de rij op het schoolplein en na het zingen van het volkslied, een toespraak van de leraar en het hijsen van de Turkse vlag kon de schoolweek beginnen.
Misschien zitten er wat elementen in die ook bij ons wat meer aandacht mogen hebben?
In Kocarli kopen we groente en fruit op de markt en vervolgen via Aydin onze weg naar Nysa dat erg mooi gelegen is en er zijn geen andere toeristen te zien. Wat een tegenstelling met Efese, zeker een bezoekje waard. Inmiddels rijden we op de E 87/320 langs Nazilli en voorbij Kuyucak besluiten we om eerst via Karacasu naar Aphrodisias te gaan (je kunt ook eerst naar Pamukkale gaan en dan via Denizli en Tavas naar Aphrodisias). Wat opvalt in Aphrodisias is de ruimte en uiteraard de tempel van Aphrodite, de godin van de liefde wiens tempel je uiteraard moet bezoeken om de godin goed te stemmen. Wie weet dat ze je ooit nog eens kan helpen! Hier overnachten we op de P plaats.
´s Morgens tanken we water bij de Jandarma en rijden de weg terug tot de E 87. Vervolgens via Denizli, wat echt een regionaal agrarisch centrum is, getuige de vele verkopers van landbouw materiaal, links en rechts van de weg. En komen we bij Pamukkale uit. Wij rijden hier niet direct in maar, richting Karahayit en dan van die kant naar de Necropolis. Hier parkeren we de motorhome en bezoeken eerst de graven om dan langzaam via de Agora, boog van Domitianus, Theater ed. bij het natuurverschijnsel van de kalkstenen terrassen met het warme bronwater uit te komen.
Om het verschijnsel te sparen is het maar op een paar plaatsen toegankelijk, op blote voeten. Heerlijk even ontspannen en dan onder een mooie avondzon terug naar de motorhome. In een woord “Schitterend”. Nu het al laat in de middag is, zoeken we niet meer naar de “Rode Bron” in Karahayit.
Op de weg naar Denizli slaan we af naar Laodicea, waar ook weer een aantal mooie ruïne´s te zien zijn en het is er niet zo toeristisch. Hier installeren we ons op de P plaats en maken nog een praatje met de nachtwaker en gaan zo gerust de nacht in.
´s Morgens om 9.15uur komt de eerste bus met toeristen en wij vervolgen ons pad naar Denizli, waar we in een supermarktje inkopen doen. We besluiten om weer richting de kust te gaan en dus richting Antalya over de E 87, na +/- 31 km op de 330 naar Tavas, Kale en voor Mugla richting Ula en zo richting Marmaris en aan zijweg bij haventje overnacht. Verscholen tussen de vissersbootjes. Vandaag onze eerste schildpadden gezien, als ook nog een rotsklever en de kuifkoekoek. Na het uitslapen toeren we wat rond in Marmaris, aangezien dit toeristisch oord ons niet kan bekoren, gaan we zuidwaarts naar Bozburun. Dit ligt in een streek waar nog vele “Gulets” op de traditionele manier gebouwd worden en dat spreekt ons wel aan. En jawel hoor in Bozburun zijn ze op wel 20 werfjes druk doende met het bouwen van deze “Gulets”. Je ziet er boten die bijna klaar zijn en die waarvan alleen nog maar de kiel is gelegd. Het toeval wil dat er de volgende dag een van 28 mtr. te water zal worden gelaten.
Te water vraag je je dan af, hoe zal dat gaan aangezien de “Haven” 750 mtr ver weg is. Wij vinden een plaatsje bij de “Haven” en zorgen dat we de volgende morgen vroeg op zijn om maar niks te missen van het spektakel, dat om 8 uur zal beginnen en een 4 tal uren zal gaan duren. Het halve dorp blijkt al aanwezig te zijn om te helpen en ook is er een rupskraan, die als trekkracht zal gaan dienen. Verder blijkt alles nog te gaan als 100 jaar geleden. Onder de boot is een grote slede geplaatst met balken eronder, die ingesmeerd worden met schapenvet wat terplaatse wordt gesmolten in een oude bus op een houtvuurtje. Voetje voor voetje gaat het nu richting haven, onderweg moet tweemaal gestopt worden om onder een elektrische leiding door te gaan. Eerst moet dan de stroom van het halve dorp worden afgesloten en dan kan de weg vervolgd worden, als halverwege de stoet een beetje teveel naar de kant van de weg geraakt, besluit men om eerst maar pauze te houden en overal vandaan komen de vrouwen met koeken en frisdrank aangelopen.
De oplossing voor het scheef gaan bestaat erin om aan een kant een paar grote spieën onder de slee te steken en zo zijn we om 12 uur bij de haven. Iedereen klimt hier op een aanhangwagentje en verdwijnt voor de middagpauze. Om 13.30 uur is men terug en worden de laatste 10 mtr. naar het water afgelegd. Intussen is er een collega Gulet gearriveerd, die als sleepboot gaat fungeren en met een grote plons verdwijnt de boot in het water en tot grote vreugde van iedereen blijkt hij perfect te drijven en niet noemenswaardig water te maken. Om dit te vieren worden snel de meeste planken en balken opgeruimd en gaat men naar het dorp om feestelijk te eten en te drinken. Voor ons het sein om ook verder te gaan. We dachten een leuke weg binnendoor terug richting Marmaris te kunnen nemen, het tegendeel was echter het geval en over een 30 km zeer slechte en stoffige weg bereikten we uiteindelijk via Bayer, Icmeter (bij Marmaris). De natuur was daarentegen zeer mooi en gevarieerd en dat vergoedde veel.
Volgende morgen na het boodschappen doen over de 400 via Koycegiz, Ortaca naar Dalyan waar we niet aan de rivier konden staan, het is nl 23 april onafhankelijkheidsdag en er was aan de rivier, waar wel een 100 a 150 rondvaarboten liggen, s´avonds een erg leuk concert van populaire traditionele muziek. Hier in Dalyan zijn er aan de overkant van de rivier mooie rotsgraven te zien. Zondagmorgen blijkt er in het stadion een traditionele worstelwedstrijd te zijn. Deelnemers uit alle leeftijdscategorieën strijden achter elkaar een tegen een, getooid in leren broek en met een met olie overgoten bovenlijf totdat de tegenstander met de rug op de grond ligt. Soms duurt dit erg lang en om uitdroging van zowel deelnemers als publiek te voorkomen rijdt men rond met een boomgaard spuit gevuld met water en natuurlijk een lekker reukstofje zodat iedereen kan afkoelen. Leuk!
Uiteraard komen er ook regionale bestuurders en bijzonder is dat deze door een Turks muziekgezelschap naar de ereloge begeleidt worden en hoe belangrijker hoe meer muzikanten! Na enkele uren houden wij het voor gezien en rijden naar Gocek waar we bij de haven en heel mooie promenade de avond en nacht doorbrengen. ´s Morgens vroeg is het al snel warm en voor vandaag staat Fethiye op het programma. Daar aangekomen parkeren we niet zover van het postkantoor, posten onze kaartjes en klimmen een eind de berg op waar de rotsgraven zijn. Van hieruit hebben we tevens een mooi uitzicht over de omgeving en de baai met de haven, bijzonder is dat terwijl je zelf in de hitte staat, je in de verte op de bergen nog volop sneeuw ziet liggen.
Oludeniz met z´n beroemd strand is vlakbij en omdat we ook eens wasdag willen houden gaan we daarheen en zoeken camping “Oludeniz”, dit is niet moeilijk, nl tot aan het strand rijden daar rechtsaf tot je de camping ziet. Het beroemde strand (volgens de plaatselijke Turken is het hier net Blue Lagoon) met de rubberboot vanaf de camping bekeken, maar erg onder de indruk zijn we er niet van. Dan hebben we al veel mooiere gezien in Noord West Europa en in Australië. Toch een zeer ontspannen dag hier.
Schoon vertrekken we na twee nachten weer via Fethiye, waar we inkopen doen (helaas was er in Oludeniz niet zoveel te koop, oa geen vlees ed) en over de 400 tot Kemer, waar we de weg langs Kadikoy naar de Saklikent kloof nemen. In Saklikent moet je de Kanyon bezoeken en niet alleen de eerste 200 mtr over het gebaande pad. Probeer de kloof die zo´n 18 km lang is, ook eens een eind in te gaan. Het is erg verrassend en op sommige punten erg diep en zeer smal. Wij moeten na 1,5 km terugkeren omdat we niet verder kunnen, daarvoor zijn we toch niet genoeg getraind en ook onze uitrusting voldoet niet. Toch zijn we erg trots en tevreden dat we het gewaagd hebben, verder was er niemand die het probeerde.
Na afloop een heerlijke forel gegeten in een van de vele restaurantjes. Tegen de avond langs de rivier die hier en daar erg breed was, met vele vruchtbare akkers vol met tuinbouw bedrijven gereden tot Xanthos. De grootste stad uit de Lycische tijd, waar we op de parking perfect overnachten.
Vroeg in de morgen gaan we Xanthos verkennen omdat het een warme dag beloofd te worden en we ook tot bovenop de berg willen. Hier hebben we een schitterend uitzicht over de oude stad en de wijde omgeving. Opvallend veel schildpadden zien we hier, waarschijnlijk omdat ze hier relatief rustig zitten. Na de koffie verder naar Kinik waar we een op-en overslag plaats van groenten bezoeken, heel veel tomaten en snijbonen worden hier aangevoerd en hoofdzakelijk verhandeld naar Ankara. We ondervinden ook hier weer de Turkse gastvrijheid en met onze armen vol met tomaten ed. verlaten we het terrein. Rond de middag zijn we in Kalkan en staan op een mooie plaats aan het water. We proberen er een visje te vangen. Dit lukt echter niet, later blijkt het op meerdere plaatsen moeilijk te zijn om wat te vangen. We hoorden dit ook nog van Engelsen. Conclusie: onze visspullen laten we een volgende keer maar thuis. In de namiddag rijden we nog over de 400 door een mooie natuur tot Kas en vinden daar bij het binnenrijden aan de haven op een brede kade een mooie plaats om te overnachten. ´s Avonds het plaatsje doorgewandeld en bij het passeren van een terras vol met kaartende mannen, worden we uitgenodigd om mee te kaarten. Het blijken allemaal marktkooplui te zijn die een aantal plaatsen aan de kust afreizen en hier de volgende morgen hun waren te koop aanbieden. Gezellig en spontaan was het kaartspel, kortom een erg leuke ervaring.
Na een goede nachtrust nog even inkopen doen en afscheid nemen van de marktkooplui en op weg naar Kaleucagiz, van daaruit maken we een boottocht langs Kekova Adasi (eiland)en de verdronken stad. We besluiten hier niet te blijven staan omdat we vinden dat we de mensen die hier hun brood moeten verdienen niet in de weg mogen staan en rijden tot vlak voor Kale, slaan rechtsaf naar Dalyanagzi en overnachten bij de nieuwe haven, waar we ook water mogen tanken, op het eind van de pier bij het water.
In Finike kopen we verse groente en sturen in e-mail café wat mailtjes naar het thuisfront, zodat die ook weer weten waar we rondhangen. Ons volgende doel Olympus doet wat hippieachtig aan en hier zijn we met de camper(voor het eerst en laatst in Turkiye) niet echt welkom, waarschijnlijk vindt men ons hier niet passen tussen der rugzak toeristen. Voor ons geen probleem aangezien we van hieruit Chimaera, waar al sinds duizenden jaren vuur uit de berg komt, wilden bezoeken en dit blijkt toch wat te ver vanuit Olympus. Dan maar terug en de afslag naar Cirali genomen en tegen de avond bereiken we de P-plaats waar het startpunt voor de klim naar het vuur is.
Eerst genieten we nog van een hele vlucht bijeneters en om 19.00 u beginnen we aan de klim over een goed aangelegd pad. Heel feeëriek duiken dan de eerste vuurtjes op in de schemering. Hier horen we dat er hogerop nog plaatsen zijn,dus wij erop af en na nog eens een halfuur klimmen en klauteren over smalle paadjes bereiken we de tweede en ook nog derde vuurplaats. Het is dan al donker en de vlammetjes die hier en daar opflakkeren, roepen beelden op van geesten en hekserij. Maar nu moeten we ook nog terug en dat blijkt niet zo eenvoudig in het donker, gelukkig hebben we Max meegenomen en na het commando : zoek ! Loodst hij ons feilloos langs de eerder genomen weg naar beneden tot bij de eerste vuurplaats, waar een stelletje uit Andorra opgelucht reageerde dat wij terug waren, ze waren nl ongerust geworden omdat wij zo lang wegbleven, het was dan al bijna 22.00 u. Voor de nacht wilden we niet op de P-plaats blijven staan hoewel het wel toegestaan was en vlak bij de zee vonden we in het donker een rustige plaats voor de wel verdiende nachtrust. Geweldige dag en leuke avond.
We gaan nu richting de bekende bad/toeristen plaats Antalya, maar een 20 tal km west daarvan nemen we de E 87/350 naar Termessos. Het is nu zondag 1 mei en mooi weer en overal zijn er hier openbare parken waar de Turken met de hele familie gezellig spelletjes spelen en BBQ´en. Ook wij worden uitgenodigd, helaas past het niet in ons schema omdat we Termessos nog willen bezoeken. Termessos is gelegen in het gelijknamige nationaal park en bevindt zich hoog in de bergen op een strategische plaats achterin een ravijn. Behalve genieten van de oude stad kun je hier ook genieten van prachtige vergezichten. In Duzlercami vinden we bij een restaurant na het genieten van goede maaltijd een overnachtingplaats.
Via Antalya, dat we rechts laten liggen over de 400 slaan we iets voorbij Serik af naar Aspendos, dat we alleen van de buitenkant bekijken. In het landschap vallen de ligging van de stad en het aquaduct op. Hier zien we ook de Grauwe klauwier en de Scharrelaar, vogels die hier hun kostje bijeenscharrelen in de velden die rijkelijk water krijgen uit de Kopru. Stroomopwaarts ligt hier de Koprulu Kanyon het volgende doel van onze reis. Het landschap is hier sterk afwisselend, maar vooral mooi. In een overmoedige bui besluiten we op zoek te gaan naar het begin van de Kanyon en in een landschap vol bossen en steile rotsen vinden we het begin in een brede vallei bij het dorpje Caltepe. Helaas kunnen wij hier niet verder en bij het verlaten van het dorpje worden we uitgeleidde gedaan door een hele horde kinderen. Na deze toch wel drukke dag lassen we een rustdag aan zee bij Kumkoy in. We hebben hier ons eigen strand met privé strandtentje. Als in de namiddag de wind weer opsteekt, zoals zo vaak deze vakantie, besluiten we Side te bezoeken. Hier parkeren we bij een restaurantje en na bezoek aan de ruine´s gebruiken we er de maaltijd en parkeren op een groot(markt)plein bij een moskee.
Volgende morgen na het tanken en gratis wassen van de motorhome (hier heeft service nog inhoud) over de 400 tot in Alanya, daar even rond gekeken en vervolgens verder ri Anamur. Omdat we geen zin hadden om ver te rijden vandaag en we mooie stukken kust diep onder ons zien, proberen we een aantal maal de zee te bereiken. Helaas lukt dit hier vanwege de smalle en vooral steile weggetjes niet. Bij de laatste poging kunnen we maar ternauwernood keren en als we dan voor de tweede maal dezelfde bananenplantage naderen staan de mensen ons vriendelijk toe te wuiven, reden om te stoppen en een kijkje te nemen. Een vriendelijke boer neemt ons mee langs de helling, waar hij ook nog een tomaten en komkommer kwekerij heeft. Alles wordt verkocht aan handelaren in Istanbul legt hij ons met handen en voeten uit. Uiteindelijk keren ook wij met handenvol tomaten en komkommers terug naar de camper. Die avond overnachten we op een plaats waar de weg bij de zee komt in/nabij Mellec samen met een engelse camper.
In Anamur komen we in gesprek met een turk die in Rotterdam heeft gewoond en na een goede lunch lekker in het zonnetje, bezoeken we het Mamure kalesi. Dit kasteel is een van de best bewaard gebleven kastelen gebouwd door de Romeinen en later door de Seldsjoeken in ere hersteld. Bij Bozyazi brengen we de nacht door aan het water. Na het marktbezoek,waar we voor het eerst “dure merk T shirts” kopen, vervolgen we onze weg en in Aydancik zoeken we het water op en vinden er een zeer mooi strand, waar we heerlijk zwemmen en luieren. Tegen de avond komen we in contact met een geitenhoedster en we begrijpen dat ze 2 zonen en 2 dochters heeft. Als we iets niet begrijpen, wrijft ze met haar hand het zand vlak en tekent of schrijft er dan wat in en zo verloopt de “conversatie”.
Na een heerlijke nachtrust horen we s´morgens vroeg alweer de belletjes van de geiten en de geitenhoedster komt samen met haar zoontje Ugr uit het veld. Zij draagt een grote bos met takken op haar rug en na weer een “gesprek” vertrekt zij naar huis achter haar geiten aan die al vooruit gelopen zijn. Ook wij vertrekken en rijdend naar de 400 worden we opgewacht door Ugr en een zus die engels spreekt, uiteraard worden we uitgenodigd voor de thee bij Sheila(de geitenhoedster). De zus blijkt 15 mei te gaan trouwen en we moeten mee het dorp in om de bruidsjurk te gaan bewonderen. De winkel ligt naast een kapperszaak, waar het andere zusje kapster is en hiervan maakt Lydia gebruik om haar kapsel te laten bijwerken en dat voor de prijs van welgeteld 4YTL. Hoe jammer ook we moeten vertrekken en tegen de avond bereiken we Silifke, waar we onderaan het kasteel bij de rivier overnachten.
´s Morgens vroeg wordt er op de camper geklopt en staat er een jongetje met een schaaltje aardbeien voor ons, wij nemen het onder dankbetuiging aan. We zijn nog onder de indruk van zoveel gastvrijheid als de tante van het jongetje ons komt uitnodigen voor de thee, eigenlijk willen we het afwimpelen maar na veel overtuigingskracht gaan we in op hun verzoek, temeer ook omdat de Turkse gastvrijheid dat verdient. Tijdens de theeceremonie in de tuin ontwikkelt zich een heus onweer en jammer genoeg moeten we vluchten voor de regen. Tegen de middag is het weer wat opgeklaard en klauteren wij naar boven naar het kasteel van Silifke. Buiten is het indrukwekkend en mooi, binnen de muren is het een grote puinhoop waar een herder met 200 geiten onder de oude gewelven beschutting zoekt tegen de middagzon. We vervolgen onze weg in Noordelijke richting naar Uzuncaburc, waar in een prachtige streek de verrassende ruïne van een tempel van zeus, necropolis en een Hellenistische toren liggen. Normaal zouden we dezelfde weg terug naar de kust moeten nemen, maar we wagen het erop om binnendoor via Olba, Cambazli naar Kizkalesi te rijden en dit blijkt een mooie erg goede route te zijn. Hier overnachten we vlakbij een Dolmesstation en dus zijn we vroeg alweer wakker door het af en aan rijden van de busjes.
Na het ontbijt gaan we op weg naar Icel (Mersin). Het Kizkalesi(ofwel meisjes burcht) ziet er van hieruit niet zo mooi uit als gisteren toen we het vanuit de bergen zagen opdagen, het blijft echter toch een bezienswaardigheid. We blijven de 400 volgen tot in Mersin, waar we halverwege de schitterende boulevard een pauze inlassen, om vervolgens halverwege naar Tarsus de 400 te verlaten richting de zee. We belandden hier in de delta van de Tarsus rivier een erg vruchtbaar gebied met vele citrus boomgaarden en veel tuinbouw. De werknemers in de tuinbouw zijn bijna allemaal nomaden die hier nog in tentjes tussen de akkers wonen. Na enkele uren aan het strand verlaten we voorlopig de zee en gaan noordwaarts over de 750(oude hoofdweg). Hier stoppen we op goed geluk bij wat vroeger een wegrestaurant was en tot onze verbazing serveren ze er een goede lamsschotel en op onze vraag om water, houden ze een glazen kan onder een bron en drinken is er. Eenvoudiger kan het niet en wij doen maar of we het gewoon vinden en toegegeven: het is helder en fris, last hebben we er niet van gehad. Kosten voor de maaltijd 12 YTL voor 2 personen !
Na een koude nacht zijn we vroeg op en vlak voor Pozanti waar de 750 en de nieuwe tolweg O 21 samenkomen krijgen we een steentje tegen de ruit en een ster, die al vlug verder begint te lopen.Carglass kennen ze daar niet en dus bij een Shellstation gevraagd of die een oplossing wisten en jawel ze stuurden ons naar de plaatselijke winkel van sinkel. De eigenaar bedacht zich geen seconde en kwam met een glassnijder en gaf wat krassen rond de uitgelopen ster en zei dat dit zo wel zou helpen, wat verbaast vroegen we wat de onkosten waren maar daar wilde hij niets van weten en na nog een glas thee gekregen te hebben verder naar Nigde. Hier was het moeilijk om in het stadje een plaatsje te vinden en juist op het moment dat de we de moed opgaven, werden we in het Turks-Amsterdams aangesproken door een man die ons probleem onderkende. Hij loodste ons door een paar smalle straatjes naar een vrije P plaats en vertelde ons toen dat hij hier op familiebezoek was. Tevens vertelde hij ons waar de bezienswaardigheden waren en verzekerde ons dat er op de camper gepast zou worden. Tegen de avond dan nog tot Gumusler gereden waar we het in de rotsen gehouwen klooster(monastir) gaan bezoeken.
Hier zo maar ergens in straatje geparkeerd en s´morgens om 9 uur het monastir bezocht. Enkele mooie fresco´s zijn hier te zien alsmede de gehele ligging is aansprekend. Terug bij de camper door twee mannen verrast met armen vol appelen en kweeperen, de streek staat dan ook vol met fruitbomen. Vervolgens vielen we van de ene in de andere verrassing toen we werden uitgenodigd door een omwonende voor de thee. Dit bleek al snel uit te lopen in een complete lunch met Turkse koffie na. Deze mensen spraken 5 woorden engels, waren allervriendelijkst en we begrepen dat de man gemeentesecretaris oid was en de vrouw des huizes lerares in Nigde. De mensen leken erg bekommert om ons en vroegen ook nog wel 10 maal of we niet wilden douchen en we toch verder niks nodig hadden. Na enkele uren konden we ons aan deze enorme gastvrijheid onttrekken en na nog wat fotootjes viel het afscheid. Dan binnendoor via Ullagac, Ovacik en over de 805-06 naar Sultansazligi, aan het eveneens zo genoemde nationaal natuurpark. Hier een mooie tocht per roeiboot gemaakt, onderweg vorkstaartplevieren, karekieten, stern´s, eenden, ralreigers, roofvogels, groene kikkers, schildpadden, waterslangen en een soort grondeekhoorns / stokstaartjes gezien.
We zijn nu al weer meer dan 4 weken onderweg en al aan de tweede helft van de reis begonnen. Tot nu toe gaat alles naar wens, veel indrukken opgedaan en veel mensen ontmoet. Vandaag rijden we via Yesilmisar het Sogangli dal binnen, hier zien we de eerste tekenen van de Tufsteenbergen, de voorbode´´s van Capadocie. In en rond het dal worden er veel aardappelen geteeld, die bewaard worden in de tufsteen grotten waar van nature een constante lage temperatuur heerst. Vele, vooral vrouwenhanden zijn de aardappelen aan het sorteren voor verzending naar Istanbul. Het Keslik klooster, een van de vele kloosters hier, bezocht en in Mustafapasa rondgewandeld, totdat een onweersbui ons overviel. Tegen de avond zijn we dan in hartje Capadocie in Urgup. Hier wat inkopen gedaan. In een van de vele winkeltjes lag een tafelkleed wat een exacte kopie was van een kleed wat we 33 jaar geleden in Serajevo gekocht hebben en nog steeds alle dagen dienst doet. Kwaliteit heeft zo z´n prijs maar je hebt er dan ook wat voor. Onze P plaats midden in Urgup met als achtergrond was zeer feeëriek en erg rustig.
´s Morgens vroeg om 6 uur gewekt door het geluid van een overzwevende ballon. Een ballonvaart over Capadocie moet een speciaal, maar erg duur, gevoel geven. Wij gaan nu op verkenning en we beginnen in Ortahisar met de beklimming van het “Kasteel”, 86 meter hoog, toch een hele klim en als beloning een schitterend uitzicht. Terug beneden komen we in een antiekwinkel in contact met “Crazy Ali” een bekend tekstdichter en een heel bijzonder man. Uiteraard mag het openluchtmuseum van Goreme niet ontbreken volgens alle boekjes. Wij vonden het echter tegenvallen. Overal waar je komt zijn er grote aantallen stalletjes waar letterlijk alles te koop wordt aangeboden. Om een keuze te maken erg moeilijk en ook de “Echtheid” is vaak moeilijk te beoordelen. Hiervoor is op een aantal plaatsen een oplossing in de vorm van een soort “Staatswinkels”, die authentieke producten aan schappelijke prijzen verkopen met staatswaarborg. Ook hier in het openluchttheater is er eentje. Vervolgens naar Avanos waar we de staatsschool bezoeken, waar jonge meisjes het vak van tapijtknoopster leren. De opleiding duurt 3 jaar en als beloning krijgen ze een weefgetouw mee naar huis. Hier ook de kunst van het zijde maken gezien, van cocon tot en met het verven met natuurlijke stoffen als meekrap, okkernoten, galappel, indigo, madeliefjes en saffraan. Na veel wikken en wegen ook een paar tapijten gekocht en nu maanden later vinden we ze nog steeds mooi. De dag afgesloten met een “traditionele” dans en showavond incl. buikdanseres. In Avanos zijn er zoals op meerdere plaatsen in Tukiye veel pottenbakkerijen, dus ook die bezocht. Bekend is het rode aardewerk met fijne beschilderingen van allerlei dieren. Uiteraard ook daarvan wat aangeschaft. Na dit bezoek rijden we nog wat rond in de streek en maken een tweetal grotere wandelingen onderwijl genietend van het schouwspel van steeds wisselende vormen en kleuren. We belandden s´avonds in Uchisar. ´s Avonds is het koud en winderig en daaraan merk je dat het klimaat in het binnenland toch niet zo mild is als aan de kust.
Aangezien we vroeg in bed gekropen waren en dus weer vroeg wakker waren, hebben we alle tijd om door het nog stille stadje te wandelen. Ook beklimmen we het kasteel om tijdens de heldere ochtend te genieten van de prachtige omgeving. Hierna rijden we via Avanos naar Kalaba en Ozkonak, waar we de ondergrondse stad bekijken. Dit is wel niet de grootste en meest bekende maar mede daardoor ook niet de meest toeristische en eigenlijk net zo mooie als vele andere en veel en veel rustiger. Via Kalaba gaan we binnendoor naar Himmetdede en over de 805 ri Sarikaya. Onderweg bij Elmali gestopt bij een bruiloftspartij en weer worden we in het Nederlands aangesproken door een man wiens familie hier woont. Als we even verder de weg afgaan ri Ovakent en een pauze inlassen worden we alweer in het Nederlands aangesproken door een man en vrouw ook alweer op familiebezoek zijn hier. Deze mensen vertellen dat het halve dorp tegenwoordig in W-Europa (Nederland) woont en werkt, omdat de werkgelegenheid op het platteland door de mechanisatie bijna geheel is weggevallen.
´s Avonds staan we op een marktplein in Sarikaya en worden we voor het eerst en ook voor het laatst in Turkiye lastiggevallen door jongelui. Hier worden we ook voor het eerst door de politie ondervraagd en worden de paspoorten gecontroleerd. Om 20.00 u wordt er op de deur geklopt, het is een man uit de buurt die zich verontschuldigt voor de overlast en ons een complete zelf bereidde maaltijd aanbiedt. Een dienblad vol met brood, gosleme en dolmen met sla. Heerlijk !! Later genoten van een heerlijke en rustige nacht.
Hierna via Sorgun, waar een grote suikerbieten fabriek staat, naar Yozgat. Hier midden in de stad de afslag naar Yazilikaya en Bogazkale genomen. Eerst Yazilikaya, wat erg klein is, bekeken en vervolgens Bogazkale of Hattusas genaamd.
Beide erg mooi, wel veel verkopers van souvenirs die hier kennelijk illegaal opereerden, aangezien ze erg nerveus reageerden op de komst van de politie, door zich overal te verstoppen. De prijzen zakten dan ook met meer dan 300 %, voor ons het koop moment ook omdat andere toeristen niet durfden. Waarschijnlijk betaalden ook wij nog teveel !!! In de namiddag nog door naar Alacahuyuk de 3e nederzetting van de Hettieten in dit gebied, ook alweer met museum erbij. In dit echte “boeren” dorp blijven we staan en ook hier weer bezoek van een boer, die ons brood en verse melk komt brengen. We proberen aan de praat te geraken en de man verteld ons wat wederwaardigheden over het boerenvak en de mensen hier.
Volgende dag laat vertrokken aangezien Lydia niet zo lekker is. Toch rijden we rustig aan via Corum en binnendoor over de 785 naar Osmancik en verder tot ongeveer in Kamil. Hier vinden we een plaatsje in een heerlijk ruikend sparrenbos, ideaal om wat op te knappen. Helaas blijkt het de volgende morgen niet geholpen te hebben en lijkt het erop dat er griep heerst. Toch maar wat verder over de 785 die geflankeerd wordt door de Kizilirmak rivier, wiens bruine water dient om talrijke rijstvelden te bevloeien. De talrijke “Sawah´s” worden op diverse plaatsen nog bewerkt met buffels en uiteraard veel menselijke handenarbeid. In schrille tegenstelling met het geronk van moderne machines en tractoren is dan weer het met de hand zaaien en bemesten van de veldjes; kortom erg interessant om te zien. Bij Fakili buigen we af van de rivier en binnendoor langs Korucu en Duragan om voorbij Boyabat de afslag naar Sinop te nemen. We kijken hier tegen het Kure Dagia gebergte aan wat we over moeten om de Zwarte zee te bereiken. Dit blijkt een hele klim te zijn en omdat dit wat te lang gaat duren, zoeken we een rustplaatsje tussen de bomen en kwetterende vogels.
Gelukkig hebben we een redelijke huisapotheek bij en met flink wat pillen blijft Lydia op de been(het vooruitzicht om hier ziek te moeten strandden is ook niet zo geweldig!!).
´s Morgens vervolgen we onze weg bergopwaarts en halverwege stoppen we bij mensen met autopech, gelukkig hebben wij materiaal bij ons waarmee zij zich kunnen redden. Dit geeft ons een gevoel van : Eindelijk kunnen wij eens wat terugdoen. Bij Sinop aangekomen zijn er erg veel mensen op de been, die er allemaal feestelijk uitzien. Het blijkt een feestdag ter ere van Ataturk te zijn en zijn. Overal sport en muziek uitvoeringen. Meteen worden we uitgenodigd bij mensen om op het dak van hun huis te komen staan zodat we alles beter kunnen zien. Hierna nog even kort door het plaatsje zelf gelopen, waarna we aan de baai van Sinop in de richting van Dibekli een plaatsje gaan zoeken. Het blijkt een gebied met veel natuurschoon en ook de plaatselijke bevolking weet dit te vinden, getuige het feit dat talrijke familie´s hier picknicken. ´s Avonds blijven we alleen achter en slapen heerlijk rustig.
De volgende morgen krijgen we al vroeg gezelschap van “Parijse” camperaars. Na het uitwisselen van de nodige ervaringen, vervolgen we onze slechte weg door het mooie gebied om uiteindelijk op de kustweg 010 te belandden. Onderweg zien we nog een zwarte ooievaar en genietend van de afwisselende uitzichten, vinden we 16 km voor Abana een haventje en zien hier de Parijsenaars weer terug. Op de kade in contact met lokale vissers die heerlijke sardines, die hier Hamsi genoemd worden, aan het bakken zijn en jawel wij moeten een hele portie meenemen. Erg, erg lekker !!!
Bij het ochtendgloren vertrekken we naar Abana,doen er inkopen. We staan bij de zee en zien opeens een aantal dolfijnen voorbij komen en genieten van hun dartele spel.Waarna we langzaam en gestaag verder gaan,vooral omdat de weg niet zo goed(slecht) is. Per km liggen er gemiddeld 14 bochten en ook nog eens net zoveel hellinkjes in de weg, dat drukt het gemiddelde aanzienlijk en is tevens erg vermoeiend voor de chauffeur vooral omdat het af en toe ook regent. In Inebolu nog wat groente en fruit ingeslagen en op naar Denizkonak waar we willen overnachten. Helaas blijkt dit niet mogelijk omdat hier nog niet zo lang geleden een aard verschuiving of beving heeft plaatsgevonden. Alle huizen staan schots en scheef door elkaar en ook de moskee is ingevallen, wat een luguber beeld geeft.
Vlak voor Sakalli vinden we een mooi plekje voor de nacht. ´s Morgens buiten op een bankje met uitzicht op wel 20 roofvogels het ontbijt genuttigd. Op de plek was ook water dus alles bijgevuld en genietend van de natuur vervolgens naar Cide, waar we “vers” bruin brood van gisteren kopen. Tegen de avond stoppen we aan de Oostkant van Amasra op het uitzichtspunt en genieten hier van een schitterende zonsondergang en van een goede nachtrust. Uiteraard zakken we af naar het haventje van Amasra, waar we eerst mensen helpen die startproblemen hebben(we hebben altijd startkabels, starthulp en een extra acculader bij). Het is een gezellig oud vestingstadje waar we wel een aantal dagen zouden willen blijven, omdat we ook Safranbolu nog willen zien vertrekken we echter.
We nemen nu de 755 via Bartin en door het dal van de Gokirmak, wiens water we gebruiken om te wassen. In Safranbolu bij school geparkeerd en het stadje met de vele kleine straatjes en dito winkeltjes verkend. Ook de zo geroemde houten huizen bewonderd en niet te vergeten het plaatselijke Hamani. Dit zeer oude en nog originele Hamani(badhuis) is nog steeds in gebruik en omdat we nog steeds geen Hamani bezocht hadden en ook omdat onze lichamen wel aan een oppeppertje toe waren, besloten we een bad te nemen. Dit bestond uit een opwarm/zweet gedeelte, een wasgedeelte en een massagedeel, alles bij elkaar erg geslaagd en als herboren kunnen we weer verder. Bij Karabuk slaan we af richting Zonguldak en even voor Yenice vinden we een plaatsje waar we bij het gekwaak van kikkers in slaap vallen.We vervolgen over een slechte weg onze route en slaan halverwege af naar Devrek en bij Devrek gaan we ri Eregli. We nemen een kijkje bij het stuwmeer van Erdemi, waarin nog resten van onderwater gelopen huizen te zien zijn. Je zou hier goed kunnen staan, maar wij besluiten nog tot Akcakoca te rijden. Onderweg zien we nog enkele Roze spreeuwen. In Akcakoca staan we bij de haven en eten er uiteraard heerlijke vis. Na de gebruikelijke inkopen en een bezoekje aan een kapper, rijden we nog tot Kocaali en staan daar aan/op het strand. Genietend van het heerlijk warme zwarte zand, het warme water en de rust is dit ideaal als voorbereiding van ons bezoek aan de wereldstad Istanbul. Die stad bereiken we via Karasu, Kaynarca, Sile(wat een al bouwput is en we dus snel weg zijn), Agva(wat wel leuk stadje is) en over de 020 naar Istanbul en hier ri vliegveld volgen, om zo bij camping Atakoy uit te komen. Deze camping(duur en matig/slecht) is ons uitvalspunt voor de komende dagen, gelukkig is de bushalte vlakbij. ´s Avonds eten we bij het restaurant van de camping en roken hier ook voor het eerst een waterpijp.
Vrijdag 27 mei gaan we om 9 uur met lijn 81 naar de stad en stappen uit vlakbij het Topkapi-paleis, oriënteren ons wat op de omgeving en bezoeken het paleiscomplex.Vervolgens bekijken we de Blauwe Moskee en niet zover daarvandaan is de Basilica cisterne (ondergrondse waterput), door de belichting hangt hier een bijzondere sfeer. Met lijn 81 tegen de avond terug naar Atakoy, waar we eerst wat boodschappen doen. Er liggen een aantal winkeltjes amper 250 mtr. van de bushalte en daar hebben ze alles wat we nodig hebben.
´s Avonds nog even naar het centrum gewandeld en zodoende bij de moskee uitgekomen, die ook zeker een bezoekje waard is.
Zaterdagmorgen nemen we een andere buslijn en komen zo door een heel ander gedeelte van de stad. Vandaag bezoeken we de Haghia Sophia, het ambachtscentrum, de baden van Roxelana, de Cavalier bazaar en de Grand Bazaar. We besluiten de dag met een etentje in een visrestaurantje in Atakoy en dat is een voltreffer. We willen de volgende dag (zondag) in de namiddag vertrekken en moeten dus afrekenen op de camping. De baas wil ons het tarief voor een bus aanrekenen, uiteraard zijn we het daar niet mee eens en na wat soebatten, betalen we het “normale” campertarief.
Zondagmorgen weer met lijn 81 en nu stappen we uit bij de Galata brug, het is er fris en winderig. Desondanks zijn er al enkele honderden mensen vanaf de brug aan het vissen en met goede vangsten. Vanaf de brug heb je ook een mooi uitzicht over de stad met de vele torentjes van de vele Moskeeën als blikvangers. Wij gaan vandaag voor de Nieuwe Moskee, de Rusten Pasa Moskee (die er erg luxe uitziet met vele tegeltjes) en de Suleymaniye Moskee. Afsluiten doen we met een bezoek aan de kruiden bazaar en natuurlijk bezwijken we voor de prachtig uitgestalde waren en de heerlijke geuren, die onze neus en ogen verwennen. Helaas komt aan alles een einde en dus ook aan ons bezoek aan Istanbul en Turkiye en begeven we ons op het eind van de dag over de 100 nog richting Edirne, waar we tegen 21.00 uur nog een plaatsje vinden voor de nacht. We slapen slecht, misschien hebben we moeite met het afscheid nemen van het mooie land.
Dan maar vroeg op en binnen een uur hebben we de grenspassages gehad en na tanken (goedkoper) over de E 80 ri Sofia. Onderweg zien we opvallend veel ooievaars en ook enkele reeën.
Bij Sofia aangekomen besluiten we na bestudering van de kaart om dwars door de stad te rijden. Dit blijkt voortreffelijk te gaan en tevens krijgen we een kleine indruk van deze prachtige stad. Hier moeten we nog eens terugkomen vinden we allebei.
Het is tijd voor een koffiepauze en op een parkeerplaats aangekomen horen we een sissend geluid en dit blijkt te komen van een van de banden achteraan. Als bij toeval hadden we iets voordien een reclamebord van een truckcenter gezien.
De pijl wees in de richting van “The middle of nowwhere” naar een zeer slechte weg, gelukkig hebben we dubbellucht en voorzichtig rijdend bereiken we een bedrijventerrein tussen oude en ingevallen fabriekshallen en hier is tot onze verbazing een modern uitgerust service center gevestigd. Binnen het uur was onze band gemaakt en wel voor de luttele som van 1,40 euro !! We wilden nog afronden naar 5 euro, maar daar kwam niks van in?? Met recht een Sercive Center dus. Om 17.17 zijn we aan de grens bij Gradina en 18.00 uur rijden we alweer naar Hotel Nais bij Nis en installeren ons hier tussen een groep Duitse campers. Hier bij hotel Nias is het mogelijk om water in te nemen en eventueel is er ook elektriciteit voorhanden.)
Omdat we nog 4 dagen hebben om thuis te geraken, besluiten we om gedeeltelijk binnendoor te rijden en niet over de dure en gedeeltelijk erg slechte autoput. Dus bij Jagodina eraf en ri Bagrdan, dit blijkt niet te lukken en na 1 uur zijn we weer in Jagodina. Hier nemen we een lifter mee die ons een stuk op weg helpt en door de bergen bereiken we alsnog Bagrdan. Dan gaan we via Batocina, V.Plana, Mladenovac en Ralja naar Beograd. Hier besluiten we om dwars door te rijden en onze weg in Noordelijke richting te vervolgen naar Zrenjanin. Het landschap tot Beograd is nogal bergachtig, met vele kleine vooral boerendorpjes met zeer kleinschalige landbouw. Ten noorden van Beograd is het landschap vlakker en zijn de akkers veel groter en dus ook de bedrijven. Opvallend is hier het grote aantal meertjes of plassen met overwegend veel natuur. Omdat de Donau hier ook doorstroomt is er hier geen gebrek aan water, wat dan ook volop gebruikt wordt om de velden te bevloeien of te beregenen. Zuidelijk van Zrenjanin, in het Carska Bara, zien we tijdens een koffiepauze oa een kwak en vele ooievaars en reigers. In Zrenjanin denken we een plaatsje voor de nacht te vinden in een buitenwijk. Helaas worden we daar weggestuurd en vinden dan een plaats bij een tankstation (niet zo rustig), maar daar zijn we wel welkom. Dit voorval is voor ons een beetje de afspiegeling van de houding van de mensen in Servië Montenegro, men is er over het algemeen gesproken niet vrolijk en we krijgen de indruk dat men niemand vertrouwt. Dit is natuurlijk wel te begrijpen na de gruwelijke oorlog in de balkan. Overigens voelden we ons er voor het overige wel welkom.
Uiteraard tanken we de volgende morgen bij het station en vriendelijk worden we dan ook uitgezwaaid en rijden via Novi Bece, Stari Bece, Backa Topola naar Subotica alwaar we bij Kelebya de grens met Hongarije zonder enig noemenswaardig oponthoud over gaan. We komen dan bij Tompa en zijn op de 53 die we volgen en komen oa langs Kiskoros, Solt en bij Duna-Foldvar nemen we een klein stukje de 6 en net voorbij het meer Halasto slaan we linksaf op een secundaire weg naar Mezofalva en Sarosd tot Seregelyes. Hier komen we op de 62 die we volgen tot in Szekes-Fehervar. Hier nemen we de 81 om via Mor en Kisber uiteindelijk bij Gyor op de 1 uit te komen die we dan volgen tot de Oostenrijkse grens. Het binnendoor rijden in Hongarije is geen enkel probleem, de wegen zijn goed en de bewegwijzering is in orde. Het is er meestal niet druk zodat je meer van het landschap kunt genieten(we zagen deze dag oa 2 kwakken) en je spaart ook de tolheffing uit.
Na de grens in Oostenrijk dan toch maar de autoweg genomen en via de A4, A23 en A21 tot in Heiligenkreuz. Hier op de parkeerplaats bij het Stift een mooie en erg rustige rustplaats gevonden. Onder het toeziend oog van 60 Cisterciënzers uiteraard goed geslapen.
Na het ontbijt gaan we eerst even rondkijken op het Stift met de mooie, oude kerk en de zeer moderne kapel waarin men nog een stuk hout van het kruis van Christus bewaart. Bij controle van de motor blijkt dat er wat olie bij moet en dit doen we bij de eerste tankstelle op de autobaan en laten meteen even nagaan hoeveel euro´s er nog op de Go box staan. Dit blijkt genoeg om Duitsland te bereiken. Net na de middag gaan we bij Griekirchen van de autoweg en op een landweggetje bij Kaltram genieten we onder een stralende zon van de lunchpauze. Over de 118 bereiken we de autobaan en over de 3 gaan we tot Nurnberg waar we de afslag vliegveld volgen om de Stellplatz bij het Marienpark in de Kilianstrasse te bereiken. De Stellplatz is gelegen aan het park en ideaal om even uit te blazen in het park, ook zijn er nette toiletten en als ´s avonds iedereen naar huis is wordt het rustig voor de nacht.
Vrijdag 3 juni. Vandaag willen we thuis komen, dus op tijd uit de veren en ook omdat het prima weer is schieten we over de 3 tot Keulen goed op en vanaf hier richting België. Ook Antwerpen is ons ondanks het spitsuur goed gezind en om 18.30 uur komen we veilig in Wachtebeke aan.