12 dagen met de motorhome door Zuid-Duitsland
Door Georges Demey
Voor de laatste “verre” tocht van dit jaar hebben we gekozen voor de Romantische Straße in Duitsland.
Deze 350 km lange trip verbindt Würzburg ten ZO van Frankfurt met Füssen in het zuiden tegen de Oostenrijkse grens, een route die verschillende pittoreske dorpjes en steden met elkaar verbindt.
Omdat we slechts over een relatief korte periode beschikken – van de 12 dagen zitten er immers al 5 reisdagen in – besluiten we om de tocht te starten in Rothenburg-ob-der-Tauber, een plaatsje dat men volgens de brochures niet mag missen.
Donderdag 12/08
Het is 19 uur als we kunnen vertrekken. Het weer zit niet mee: hevige regenbuien belemmeren het zicht en maken het rijden moeilijk.
Via de E40 gaat het richting Brussel. Ter hoogte van Leuven nemen we de E314 naar Hasselt, om rond 23 u een overnachtingplaats te vinden langs de autoweg, 5 km voorbij Aachen, op de parking van een tankstation. Er staat 260 km op de dagteller.
Vrijdag 13/08
We zetten de reis verder via de A3 van Köln naar Frankfurt : een helse tocht wat files betreft. Bij elke nieuwe toerit ontstaat er een kilometerslange file. Daarenboven volgen de wegenwerken elkaar in vlug tempo op. “Wir bauen für Sie”, zo verontschuldigen de Duitsers zich, die zich blijkbaar bewust zijn van de ongemakken.
Daarenboven is de zichtbaarheid soms erg beperkt door de gutsende regen en het opspattende water van het wegdek.
Ter hoogte van Würzburg nemen we de A7 naar Ulm, waar we afrit 108 nemen naar Rothenburg. Op 2 km daarvandaan, is er een camping in Detwang: “Tauberromantik” klik in de rechter kolom
In Rothenburg is er toevallig dit weekend een rockfestival, zodat het zeer druk is. Op de camping zijn er speciaal voor campers ingerichte plaatsen met verharde ondergrond, alsook een serviceplaats waar men kan vullen en lozen (ver- und entorgung).
We zijn op 680 km van ons huis in Gistel verwijderd.
Zaterdag 14/08
Na een ganse nacht regen – ik verval in herhaling, alsook het weer – blijft dit regenscenario nog een ganse dag verder duren. Rond 16 uur besluiten we, gewapend met paraplu en regenjas, eens te gaan rondneuzen in Rothenburg.
Vanuit de camping is een speciaal aangelegde voetgangersweg, die naar de oude stad leidt.
Vijf stadspoorten vormen de toegang tot het volledig ommuurd stadje. De “Marktplatz” is opgefleurd met vakwerkhuizen in alle soorten en maten. Het imposante Rathaus met zijn arcaden en erkers met torentjes valt van ver op.
De stadswallen verkeren nog in uitstekende staat. Men kan er de ganse rondgang doen van de stad, en zo genieten van een prachtig panorama op de omgeving aan de ene kant, en van de binnenstad aan de andere kant.
De “Schneeballen”, een typische lekkernij van de streek, en meer specifiek van Rothenburg, doen in bijna elk bakkerij-uitstalraam de toerist watertanden. Het zijn een soort oliebollen, met een laagje suiker of chocolade rond : lekker maar calorierijk.
Na anderhalf uur houden we het voor bekeken, en druipen we letterlijk weer af naar de camping.
Zondag 15/08
Vandaag is Dinkelsbühl onze eindbestemming.
De zon laat zich nog eens van haar beste kant zien, en dat doet ze ook voor de rest van de dag.
Onderweg brengen we nog een blitsbezoek aan Feuchtwangen, die ook een middeleeuwse Altstadt bezit. Dit beperkt zich echter alleen tot het marktplein, dat omringd is door statige vakwerkhuizen. Midden op het plein staat een met bloemen getooide fontein.
Tegen de middag bereiken we Dinkelsbühl, waar de camping Romantische Strasse zich op 2 km van het centrum bevindt.
Even ervoor, in dezelfde straat, bevindt zich een camperplaats voor een tiental campers. Voor 10 euro – te betalen op de camping – heeft men een overnachting, water en lozingsmogelijkheid, alsook elektriciteit (dit ter informatie voor de anti-camping-campers)
In de namiddag fietsen we naar het centrum.
De huizen met vakwerk en fraaie trapgevels aan de “Marktplatz” vormen het centrum van de plaats, waar op dit ogenblik een rommelmarkt plaats heeft.
Hier staat ook de St.-Georgkirche, een hallenkerk uit de 15de eeuw met een helder interieur.
De klokkentoren kan mits betaling beklommen worden. Men heeft er een prachtig zicht op de omgeving.
Velen beweren dat Dinkelsbühl één openluchtmuseum is en terecht.
Via een ommetje bereiken we fietsend weer de camping, waar campers-voor-1-nacht een speciale plaats krijgen toegewezen.
Maandag 16/08
We vervolgen de Romantische Strasse via Nordlingen en Donauwörth, en gaan ons in de omgeving van Augsburg vestigen, 100 km ten zuiden van Dinkelsbühl, onze vertrekplaats.
Op de weg naar Mühlhausen (afrit 73 op de snelweg naar Munchen) bevinden zich 3 campings. We bezoeken en keuren ze alle drie en kiezen tenslotte voor de “minst slechte”: camping Ludwigshof. ´t Is verzorgd, maar 90 % zijn stacaravans en passagekampeerders zijn ondergeschikt. We krijgen dan ook een plaats op een weide toegewezen. Van lozingsplaats geen sprake.
In de namiddag trekken we met de fiets naar Augsburg-Stadtmitte. Fietsers worden langs de Romantische Straße verwend: een van het verkeer gescheiden Fahradweg leidt naar het centrum, dat zowat 7 km van de camping ligt.
Met zijn 260 000 inwoners doet deze universiteitsstad gemoedelijk aan. We zetten de fiets aan het “Tourist Information” en trachten met een stadsplan de belangrijkste bezienswaardigheden op te zoeken. Het Rathaus in renaissancestijl, vormt een opvallend decor op de Marktplatz. Dichtbij staat de Perlachturm, een robuuste toren die deel uitmaakte van de oude stadsmuren, en die van overal in de stad opvalt.
Buitengewoon schilderachtig is de Fuggerei. Een enclave van kleine gelijke rijhuisjes is afgesloten van de stad door enkele poorten. Deze werden in de 16de eeuw gebouwd door Jakob Fugger voor de minst kapitaalkrachtigen uit de samenleving. Het huurgeld per jaar bedraagt slechts 1 euro! Voorwaarden zijn echter: Augsburger zijn, katholiek, elke dag bidden voor de overleden stichter, en zijn of haar bescheiden inkomen kunnen bewijzen.
Een pittige anekdote hieraan verbonden: ´s avonds sluiten de poorten om 22 uur. Wie te laat is, moet aanbellen bij de conciërge, en een jaar huurgeld betalen als “boete” – wat dus overeenkomt met 1 euro.
Er zijn nog heel wat kerken en torens te bewonderen, maar de opgekomen striemende regen doet ons andermaal vroegtijdig terugkeren naar de camper, nadat we in allerijl nog een extra regenjasje hebben gekocht.
Dinsdag 17/08
We rijden 54 km verder zuidwaarts, waar we in Landsberg-am-Lech belanden.
De camping Romantik am Lech klik, een drietal km buiten het centrum oogt verzorgd en rustig.
De receptie is er zeer vriendelijk.
In de namiddag bereiken we fietsend het klein gezellig stadje. Het tourist-information bevindt zich in het Rathaus op het driehoekig marktplein, dat als afbeelding op een puzzeldoos zou passen.
Op het stadsplan staat een uitgestippelde route, die alle bezienswaardigheden van de stad verbindt.
De vele barokke bouwwerken van de stad, alsook de vele torens en stadspoorten – soms wat overmatig bijgeschilderd – doen de ligging van Landsberg aan de Romantische Straße alle eer aan.
De gotische Stadtpfarrkirche heeft een overweldigend interieur. Ook de twee andere kerken hebben een bezienswaardige architectuur.
Woensdag 18/08
Vandaag trekken we naar het eindpunt van de Romantische Straße, nl. Füssen, gelegen aan de voet van de Alpen, tegen de Oostenrijkse grens. Er is een speciaal voor campers voorziene plaats, aan de Abt-Hafnerstrasse, naast een winkelcomplex. De capaciteit bedraagt 80 campers, maar in het hoogseizoen slaagt men er in om hier 100 exemplaren samen te drummen.
Enige info hierover : men beschikt over elektriciteit en sanitair (WC en douche). Het gebouw is echter gesloten van 10 u tot 17 u. De prijs per nacht bedraagt 10 € + 2 € voor elektriciteit (4 amp) Voor de douche moeten jetons worden gekocht (0,50 € / stuk), waarbij je er zeker twee nodig hebt per beurt.
In de namiddag fietsen we naar het centrum (2km). Via de drukke autovrije Reichenstrasse wandelen we naar het Hoge Schloss. In het gebouw is een schilderijencollectie tentoongesteld. Er is evenwel geen meubilair, waardoor het interieur een kale indruk geeft.
Na dit bezoek nemen we een treintje, dat een rondrit maakt in en om Füssen, een tochtje van driekwartier.
Donderdag 19/08
Op 4 km van Füssen liggen twee heel beroemde kastelen : het sprookjesslot Neuschwanstein en het kasteel Hohenschwangau zijn tot ver in het buitenland bekend.
We verlaten de camperplaats en rijden naar de parking in Hohenschwangau, die tevens de naam is van het dorpje, waarin het gelijknamige kasteel staat.
We trekken eerst naar het ticketcenter, de enige plaats waar toegangskaarten te krijgen zijn voor beiden kastelen. Op het ticket staat tevens het juiste uur, waarop men aanwezig moet zijn aan het slot om de begeleide rondgang te maken. Alleen wie Duits of Engels kiest als taal, krijgt een sprekende gids mee; andere talen (behalve Nederlands!) moeten het stellen met een audiogids aan het oor enerzijds en een “stomme” gids die voorgaat en de weg wijst anderzijds.
Vanuit het ticketcenter kan men kiezen hoe men naar de respectievelijke kastelen gaat: te voet, per bus of met de paardenkoets. Voor deze 2 laatste moet uiteraard betaald worden. We kiezen voor het trip met de viervoeter.
In de zon schittert het okergele slot de bezoeker tegemoet. De 4 markante hoektorens met kantelen laten het middeleeuwse riddertijdperk herleven. Het interieur heeft veel moois te bieden: opvallend zijn de vele schilderijen en de versierde plafonds.
Na afloop van het bezoek (30 min) besluiten we om naar de camping “Brünnen” te rijden in Schwangau, zodat we daar wat meer ademruimte hebben, en hopelijk wat meer rust vinden dan op de met kwetterende Italianen overspoelde camperplaats. We kunnen er nog het laatste plaatsje inpalmen. Wat een zege. Het kraaknet sanitair is er één om “U” tegen te zeggen.
In de namiddag staat het “Schloss Neuschwanstein” op het programma. We moeten er zijn om 14.55 u. Vanuit de camping is het een kwartiertje fietsen naar het ticketcenter. Van daaruit laten we ons weer met paard en kar naar boven voeren.
Neuschwanstein is het meest gefotografeerde kasteel van Duitsland, dat op vele puzzels, posters en reclamebrochures te zien is. Het ligt op een steile rots, die 200 m boven het dal uitsteekt, zodat het witte bouwwerk van ver in de omtrek te zien is. Van de vele indrukwekkende zalen en vertrekken is de troonzaal met fraaie mozaïekvloer één van de mooiste. Een brede marmeren trap leidt naar het podium, waar de troon van de koning zou gestaan hebben. Ludwig II heeft immers zelf nooit de afwerking van het kasteel meegemaakt wegens vroegtijdige dood. De muziekzaal is versierd met muurschilderingen, en de 600 kaarsen moesten zorgen voor extraromantiek. Een kasteelbezoek dat indrukken nalaat.
We fietsen nog even naar het dalstation van de Tegelberg- kabelbaan, 1km verder, die we morgen zouden nemen, en die ons 1000 m hoger moet brengen.
Vrijdag 20/08
Het regent pijpenstelen, al van middernacht. We wachten nog tot ´s namiddags, maar de opklaringen blijven uit. Een bestijging van de tegelberg heeft geen zin : het zicht is beperkt en een wandeling daarboven is weinig ontspannend in dergelijk weer.
We gooien ons plan over een andere boeg : de camping ligt aan de Forgensee en er zijn regelmatige tochten over het meer met een plezierboot, die achter de camping aanmeert. Om 15.20 u zijn we voor 6,50 € zoet voor een tochtje van anderhalf uur. Met een glaasje wijn nemen we plaats op het eerste dek, waar we een mooi zicht hebben op de omgeving. Statig en geruisloos glijdt de “Füssen” over het water. Misschien kan de kabelbaan morgenvoormiddag doorgaan?
Zaterdag 21/08
Neen, toch niet. De weergoden spelen dit jaar niet mee. We besluiten dan maar om het terugreistraject te splitsen over 3 dagen. We zitten immers 900 km van huis.
Via Kempten nemen we de A7 naar Ulm. Vandaar de A8 naar Stuttgart en Karlsruhe. In Landau rijden we richting Pirmasens, zodat we via Zweibrucken op de snelweg belanden naar Luxemburg. Aan afrit 1 zoeken we camping “Steinfort” in het gelijknamige dorpje, 3 km van de snelweg. Geen luxe, maar goed als doorreiscamping. We hebben er 550 km opzitten.
Zondag 22/08
We gaan vandaag nog een dagje doorbrengen in het kleinste stadje van België: Durbuy, dat we bereiken via Bastogne en Marche.
Vrij staan mag er sinds een tijdje niet meer: campers worden doorverwezen naar camping Le Vedeur even buiten het centrum.
Er is een speciale plaats voorzien voor campers. Prijs : 7 € (in 2010 is de prijs 200% duurder), + 3 € indien elektriciteit wordt gewenst. Voor douches moet 0,50 € worden betaald, maar rekening houdend met de netheid van het sanitair zou ik het niemand aanraden ! Gezondheidsinspectie zou dit gebouw meteen sluiten. Mensonwaardig.
In de namiddag gaan we eerst wat kuieren in het centrum. Het is er behoorlijk druk. Dank zij het mooie weer wordt de Ourthe druk bevaren door kano´s. We gaan nog even “Le chemin touristique” volgen, een wandelpad dat langs de Ourthe loopt, richting Barvaux.
Een gezellig etentje in één van de restaurantjes op het centrumplein vormt de afsluiter van een “Romantische Woche”.
Maandag 23/08
Via Marche bereiken we de N4. We nemen de route de Wallonië en belanden zo via Kortrijk weer in onze thuisbasis Gistel, na 1900 km.
Voor volgend jaar staat de Duitse Alpenstrasse op het programma: van Lindau in het zuidwesten tot Berchtesgaden in het zuidoosten.
Met reisplannen rondlopen is immers op zich al een beetje reizen.
