Door: Margot Kuilenberg
We vertrekken met 12 campers om 10 uur van parking Palmonas en rijden naar de haven van Algeciras, eerst nog even water tanken op de vrachtwagen parking en dan richting vertrekpunt. Ons schip, de “Le Rif”, zou om 12.30 uur vertrekken, maar al wat er gebeurt, geen vertrek ! Begint al goed, dachten we, maar nee, het was Marokkaanse tijd en dus vertrokken we om 13.30 uur, precies op tijd.
Na 2 uur varen kunnen we ontschepen en gaan we wachten op de douane formaliteiten. Iemand klopt op ons raam en vult onze papieren in, wij dachten dat het een ambtenaar was, en vroeg vervolgens om een beloning voor het werk wat hij verzet had ! We geven hem 1 Euro en hij is blij en wij hebben onze eerste les geleerd. Alles lijkt redelijk vlot te verlopen, iedereen krijgt zijn papieren terug, behalve… juist, mijn man moet meekomen ! Dan ben je blij met een begeleidster die rap Frans spreekt. Volgens de computer heeft mijn man in een ver verleden (1981) een auto ingevoerd en nooit meer uitgevoerd, ra, ra… we hebben nog nooit een voet op Marokkaanse bodem gezet, maar ja, een computer, hé ! Na veel gepraat komt eindelijk de baas van het spul die de jongeman achter de computer vandaan haalt en met veel excuses wordt het begeerde stempeltje gezet, eindelijk kunnen we op pad.
Ashilah.
We rijden het haventerrein af en belanden zo midden in Tanger, dat is even schrikken !
Onze eerste indruk is er een van, waar ben ik nu in terechtgekomen, overal waar je kijkt lopen mensen, langs de kant, op de weg, tussen de auto´s en dat zijn er heel veel en van regels trekken ze zich ook al niets aan, van links en rechts schieten ze overal vandaan, zelfs van de andere weghelft. Al die mensen die daar lopen, we vragen ons af wat er te doen is, maar het blijkt een normaal straatbeeld te zijn dat we de komende weken nog vaak tegen zullen komen.
Gezamenlijk zijn we in het donker naar Ashilah gereden, waar we door onze reisleider werden opgewacht om ons naar de parking bij het Fort te brengen. Het is berekoud zodat we gauw bij de kachel kruipen, de hagelstenen roffelen af en toe op het dak, maar snel naar het zuiden afzakken!
Rabat, 10 januari.
´s Morgens gaan we met zijn allen Ashilah onveilig maken, eerst naar de flappentapper van de bank voor de benodigde dirham´s en dan het stadje in. Het is een vestingstadje met zware 15 de eeuwse stadsmuren die door de Portugezen zijn gebouwd. We bezoeken de kleine overdekte souk en doen snel wat inkopen, ook de oude binnenstad die door een grote stadsmuur omgeven wordt is leuk met hele nauwe straatjes, maar o, wat is het koud. We vertrekken om 12.30 uur naar Rabat, zo snel mogelijk naar het zuiden waar het hopelijk warmer is. We arriveren tegen 16.30 uur op Camping de la plage in Salé waar de zon schijnt ! Morgen gaan we op verkenning.
Rabat is een van de 5 koningssteden, hoofdstad van Marokko en mooi gelegen aan zee.
m half 10 vertrekken we, te voet, onder leiding van onze reisleidster Erna Hillegeer, richting medina van Rabat. We steken de rivier Bou Regreg over met een veer pontje, wat een gammele roeiboot blijkt te zijn ( 1,5 dirh = 0,15 €) maar we komen allemaal droog aan de overkant De medina ligt vlakbij en we kijken onze ogen uit, oude rommel naast prachtige stukjes handwerk en een enorme verscheidenheid aan artikelen. Je begrijpt niet dat ze er allemaal van kunnen bestaan. Na een paar uur slenteren gaat de groep uit elkaar en is ieder vrij om te doen wat men wil.
We gaan op zoek naar het mausoleum van Mohammed V (foto links) welke op loop afstand ligt, het is de moeite waard, een prachtig gebouw, kompleet met bewakers te paard in mooie uniformen. We mogen ze fotograferen en het mausoleum binnen bekijken. Het is prachtig, alle wanden zijn ingelegd met blauwe mozaïek tegeltjes en het plafond is in een woord schitterend ! Een koepel van prachtig bewerkt cederhout met daarin kleine lichtjes verwerkt wat het effect geeft van een sterrenhemel. Ook de rijk bewerkte tombe is geheel in traditionele moorse stijl, met veel marmer. Buiten staat de Hassan toren, die in 1195 in opdracht van sultan Yacoub el Mansour gebouwd is. Het moest de grootste moskee van het land worden, maar hij overleed 4 jaar later, zodat het gebedshuis nooit voltooid is wegens gebrek aan geld, de gebedsruimte zou 400 zuilen en 14 poorten krijgen. Het enige dat rest is de toren en een woud van stompjes pilaren. Het ligt wel op een prachtig punt, mooi uitzicht over de rivier. Het is inmiddels gaan regenen zodat we de camper op gaan zoeken. Het pontje brengt ons weer veilig naar de overkant. Als we aankomen staat er een vissertje met heerlijk verse vis zodat we gewapend met een kilo scampi´s weer terug komen. Dat wordt smikkelen!
Eljadida, 12 januari.
We moeten al vroeg uit de veren, vertrek om 9.00 uur richting Casablanca. Het was de bedoeling om tegen 10.30 uur in Casablanca te zijn voor een bezoek aan de moskee van Hassan II, ware het niet dat we ergens een verkeerde afslag namen en nogal wat tijd verloren voor we bij het begeerde object aan kwamen. De laatste ochtend rondleiding van 11 uur was reeds begonnen, zodat we moesten wachten tot 14.00 uur. Het was deze dag bitter koud en zeer nat, niet echt wat we ons van Marokko hadden voorgesteld. We gaan zelf op onderzoek uit, bekijken de buitenzijde van de moskee en ik mag ook een kijkje in de ondergrondse badgelegenheid nemen. Uiteraard alleen in de vrouwen afdeling. Ook de bewakers van de moskee wenken dat we wel even vanuit de deuropening mogen kijken en fotograferen, het is er echter zeer donker binnen, zodat daar niets van terechtkomt. De plafonds zijn mooi bewerkt van uitgestoken cederhout en er hangen geweldige kroonluchters, ook veel marmer en mozaïek aan de wanden, ook de deuren van titanium zijn prachtig. Het is allemaal vrij nieuw, toch kun je nu al verval zien, stukken tegels die van de muren komen en marmer wat losraakt. Onderhoud wordt er kennelijk niet gepleegd en ik vraag me af wat er van dit zeer kostbare bouwwerk overblijft over pakweg 50 jaar, ( bouwprijs 0.75 miljard euro) en wat ze hier met dit geld allemaal hadden kunnen doen! Maar goed, wij zijn inmiddels verkleumd tot op het bot en houden het verder wel voor gezien. De tour onder leiding van een franse gids laten we aan ons voorbijgaan.
Tegen half 4 gaan we weer op pad en wel naar Eljadida, waar we 2 nachten zouden blijven, maar waar we, gezien het slechte weer met algemene stemmen 1 nacht van maken. We worden naar een parking bij het strand gebracht, lekker rustig. Na het legen van een fles Marokkaanse wijn gaan we vroeg naar bed.
Oualidia, 13 januari.
We worden gewekt door een stralende zon, zouden we dan toch, eindelijk…? We gaan op pad naar het stadje Eljadida, het vroegere Mazagao, wat een kilometer of 12 verder ligt en een oude Portugese vesting herbergt die we gaan bezoeken. Het stadje is in 1513 gesticht door de Portugezen, die er deze vesting bouwden. In de 18 de eeuw heroverden de Marokkanen de stad en gaven hem de huidige naam. We kunnen vlakbij parkeren en een gids staat ons al op te wachten. Van de oorspronkelijke 5 bolwerken zijn er nog vier over, 2 ervan kijken uit op de vissershaven vanwaar je, als je over de muren loopt, een schitterend uitzicht hebt. In het fort is een cisterne, een ondergronds waterreservoir van 34 x 34 meter welk aan het begin van de 16 de eeuw is gebouwd en bedoeld was als munitie depot. Later is het omgedoopt tot water reservoir voor tijden van grote droogte. Het is nu niet meer in gebruik, maar vroeger kon er 4 miljoen liter water in, een hele plas. Nu is het slechts een toeristische attractie, maar wel leuk om te zien.
Over het algemeen zijn de Marokkanen zeer vriendelijk en behulpzaam, het leven is hier goedkoop voor ons, om een voorbeeld te geven, een groot brood kost 2 dirham ( 0,20 eurocent) en vlees 60 dirham (2 euro) per kilo. Er is volop groente en fruit te krijgen, maar als je niet op de markt wilt kopen dan zijn er in alle grote steden Marjane supermarkten, waar je echt alles kunt vinden ( wel veel duurder dan op de marktjes) Na het winkelen bezoeken we een Marokkaans eethuisje waar sardines op het menu staan, het ruikt heerlijk zodat we de gok maar nemen. Het zit vol mannen in lange djerba´s, maar ze vinden het tof dat je als buitenlander bij hen komt eten. We krijgen elk een bord met sardientjes, een salade, een half brood en nog een soort tomatensoep, waar je het brood in moet dippen. Het is even wennen, zo zonder bestek, vooral ik heb moeite om met mijn rechterhand zoveel mogelijk te doen, want de linkerhand is onrein! Het smaakt echter heerlijk en als we morgen niet ziek zijn, dan doen we dit beslist vaker. De rekening? Omgerekend 4,5 euro voor ons samen!
Tegen 13.30 uur verlaten we Eljadida en gaan via de mooie kustweg naar Oualidia, onderweg krijg je een lamme hand van de vele mensen die naar je zwaaien, ik voel me net de koningin van Lombardije! Het weer is vandaag prima, hoewel er een venijnig koud windje staat. Eenmaal in Oualidia rijden we naar een smalle parking in de buurt van het strand. We staan zeer krap en kunnen net de deur uit, niet echt een ideaal plekje met zoveel auto´s, bovendien kun je er niet buiten zitten. Een groepje wagens die vooruit waren gereden hebben zich op de tegenoverliggende camping geïnstalleerd en zitten lekker uit de wind met een glas wijn buiten. Als er nog wat stemmen opgaan om ook hier te gaan staan, gaan we mee en hebben er geen spijt van. De leiding is er niet zo gelukkig mee, maar er stond wel degelijk camping op het programma, alleen als deze onder water staat, dan de parking aan zee. Nu, de camping is droog, zeker het eerste gedeelte, dus…
Essouira, 15 januari.
We vertrekken de volgende morgen, schoon, volgetankt met water en al een beetje bruin, naar onze volgende bezienswaardigheid, nl. de pottenbakkers van Safi. De rit erheen is erg mooi, prachtige kusten (foto hierboven) die steil naar beneden gaan. Tegen 10 uur zijn we in Safi en worden we door de politie naar een parking in de medina geleid. We kunnen hier zo de pottenbakkers afdeling in, wat erg leuk is, we krijgen uitleg van een aardige Marokkaan. Na de koffie met gaan we alweer op pad, jammer want ik had graag nog de medina bezocht, maar we moeten naar ons einddoel van deze dag n.l. het 125 km. verder gelegen Essouira, waar we 2 dagen op een parking gaan staan en dan 1 dag naar een camping. Onderweg zien we onze eerste dromedarissen en ook het landschap veranderd langzaam, minder bomen en meer struiken, bij Essouira in de buurt staat hetechter vol met de beroemde thuja bomen, die, volgens onze reisgids, alleen hier groeien.
Tegen 17.00 uur arriveren we op de parking, die vlakbij de medina ligt, erg vol maar we kunnen allemaal nog met een beetje schuiven een plaatsje vinden. Essouira is een pittoresk plaatsje, met een hele gezellige medina waar prachtig houtsnijwerk te koop is. We wandelen de volgende dag vanaf de vissershaven naar de skala du Port, vanwaar je een prachtig uitzicht hebt over de ommuurde stad, dan naar de skala de la Ville, wat het belangrijkste verdedigingswerk van de stad was, dit eindigt in het bastion Nord, (foto links) waar nog heel veel Spaanse kanonnen staan. Ook de groente en fruit markt brengen we een bezoek, het is er gigantisch druk. Morgen gaan we 1 dag naar de vlakbij gelegen camping, zodat iedereen zijn wasje kan doen, een douche nemen en de water voorraad aanvullen. Het is tot nu toe geen probleem om aan water te komen, flessen zijn overal te koop en verder bij sommige hotels en campings kan je water tanken. Hoe het verderop in de woestijn is weten we nog niet. De dag op de vlakbij gelegen camping is een drukke, veel wassen-soppen en natuurlijk een extra keer onder de douche. De volgende ochtend haken 2 echtparen af, ze gaan terug naar Spanje.
Taghazoute (bij Agadir), 19 januari.
We vertrekken nu dus met 2 campers minder en gaan om 9 uur op weg richting Agadir, waar we een dag of 7 gaan door brengen. Via de P8 rijden we in een rustig tempo de prachtige route naar het zuiden, afwisselend aan de kust, dan weer het binnenland in, het is echt genieten van de natuur. Het landschap verandert naarmate we vorderen, veel meer struiken en cactussen. De vrouwen zijn wat vaker helemaal gesluierd maar wel met bonte tjebs aan, van hel roze naar groen en geel. De oudere vrouwen dragen vaak wat donkerder kleuren. Fotograferen is moeilijk, ze willen het niet dus moet je het stiekem doen vanuit de auto, wat vaak niet goed lukt. Onderweg stoppen we in een plaatsje Tamri, zo´n dorp is eigenlijk alleen een winkelstraat met piepkleine winkeltjes. Ik sla het nodige drinkwater in en ga langs een groetenman, dit is echt leuk, je krijgt een plastic teiltje en daar doe je alles in wat je nodig hebt, tomaten, komkommers, bloemkool, peultjes, doperwten en paprika´s, dan geef je het mandje en hopla, het gewicht wordt bepaald, zoveel kilo en je betaald 20 dirham. Niks apart, gewoon de hele hap bij elkaar! Ook vlees kopen is iets apart, de slager heeft een stuk koe, schaap of geit hangen en daar begint hij onderaan van te snijden en eindigt boven, het hangt er dus vanaf waar hij gebleven is als jij aan de beurt bent, en alles kost 60 dirham per kilo, of het nu biefstuk is of een stuk stoofvlees ! Als ik opmerk dat het met die vliegen wel meevalt, lacht onze reisleidster, geen vliegen betekend dat het vlees erg vers is en dus een paar dagen moet besterven, veel vliegen – dan kan je het direct klaar maken. Nu, dan hoef ik het echt niet ! In de loop van de middag komen we aan in Taghazoute, waar een parking aan het strand is, een paar kilometer voor Agadir. We schatten het aantal campers wat hier overwinterd minstens op 400 ! De leiding vindt een plaats wat meer naar de weg toe, waar we als groep bij elkaar kunnen staan. We staan nog maar goed en wel of daar komen de eerste drommen verkopers al aan, ik poeier ze allemaal af en zeg dat ze over een paar dagen maar eens terug moeten komen.
Wel bestellen we vast brood voor de volgende dag en voor de rest eten en vroeg slapen ! Als we de volgende dag verkwikt opstaan, staat de bakker al voor de deur met warme broden, heerlijk ! We willen eerst een beetje bijkomen en dan op onderzoek uit gaan. Inmiddels komen de verkopers weer langs met groente, fruit en verse vis, we zullen hier geen honger lijden. Er komt om de paar dagen een tankwagen met drinkwater langs (20 dirh.) en zelfs een mannetje dat je toiletcassette voor je wilt legen, je houdt het niet voor mogelijk wat ze allemaal willen doen voor een paar dirham. Er worden hier vele campers beschilderd met de meest uiteenlopende tekeningen, sommige zijn heel mooi, maar velen met de meest afschuwelijke kleuren. Brrrrr…
We genieten van de zon en eten zalig van de verse vis die iedere dag aangeboden wordt, mijn man bakt de vis buiten als ik de rest klaar maakt, verse groenten, meloenen, aardbeien, u zegt het maar en het staat zo voor je deur. We hebben inmiddels een tajine gekocht, een Marokkaanse kookpot, waar we vaak gebruikt van maken. Het smaakt heerlijk en het stoofvlees is zo zacht als boter, als het op deze manier wordt bereid, samen met de groente.Vandaag, woensdag, gaan we naar Agadir voor wat boodschapjes en om eens rond te kijken. De stad zelf vinden we niet mooi, modern opgezet want de hele stad is in 1960 door een aardbeving verwoest met heel veel slachtoffers, het gevolg is een modern opgebouwde stad zonder sfeer, maar met veel winkels en restaurantjes. Na een paar uur houden we het voor gezien en gaan terug naar onze parking. We maken af en toe een lekkere strandwandeling, want je wordt wel moe van al die kooplui. De leiding heeft aangekondigd dat we hier geen 7 maar 9 dagen blijven, eerlijk gezegd vinden wij 5 nachten al meer dan genoeg, maar goed, dat hoort ook bij het reizen met een groep.
Tifnit, 27 januari.
We beginnen de dag met een bezoek aan de Marjane, een gigantische supermarkt even buiten Agadir, waar je echt van alles kunt kopen. We vullen onze voorraad aan, nog niet echt nodig maar je weet maar nooit. We rijden naar het zuiden richting Tiznit om na een kilometer of 25 af te slaan naar Tifnit, waar we gaan overnachten en de troglodieten woningen kunnen bezoeken. De parking bestaat uit zand en het valt niet mee om een beetje recht te staan, wel is het uitzicht prachtig ! De woningen vallen tegen, in plaats van rotswoningen zien we gewoon een paar armzalige hutten tegen de rotsen aangebouwd. ´s Avonds even het journaal bekeken bij de buren om de situatie in Irak te beoordelen, gelukkig nog niets aan de hand.
Tiznit, 28 januari.
Tegen half 10 rijden we naar het 70 kilometer verder gelegen Tiznit, de weg gaat door een laagvlakte met veel landbouw, echter bij Tiznit wordt het wat heuveliger. De roze stadsmuur is al van verre te zien, hij is 6 km lang en loopt rond de hele stad. De camping is vol zodat we op de naastgelegen parking moeten staan, een gedeelte van de groep moet aan de overzijde van de weg gaan staan. Na de koffie gaan we met een aantal mensen op onderzoek uit, met Erna als gids, ze maakt ons een beetje wegwijs in de medina, zodat we naderhand zelf alles kunnen vinden. Op het centrale place de Mechouar is het een drukte van belang, er zijn wonder dokters met allerlei zalfjes “Kijk, deze voet was gisteren nog helemaal kapot en nu, na een nachtje zalf, weer helemaal beter” verder een muziek uitvoering en voor het eerst een man en vrouw die aan het rommelen waren met een cobra. Het gekke is dat er alleen maar mannen stonden te kijken, geen vrouw te zien ! Het is een echt Marokkaans stadje, waar niet veel toeristen komen. De binnenstad bestaat uit grote en kleine straatjes, sommigen heel smal en overdekt en vooral heel druk. Tiznit staat bekend om zijn mooie zilverwerk en er is dan ook een straat met uitsluitend goud en zilver winkels. Als mijn man bij thuiskomst even het vuil in de afvalbak gaat gooien ziet hij geschokt hoe een oude man een zak eruit graait en er iets eetbaars uithaalt, hij kijkt alles na. Mijn man legt wat geld bij hem neer en 2 jochies zeggen Merci M´jseu. De oude man gaat gewoon door met zoeken. Ook ik krijg een brok in mijn keel als we na een potje jeu de boule terugkomen, er zit een oud vrouwtje een meter of 5 van onze camper tegen een muurtje
op de grond. Ze is gekleed in vodden en staart voor zich uit, ik vermoed dat ze honger heeft, ze is zo vuil en mager als een geraamte. Gewapend met een paar dikke plakken cake ga ik naar haar toe en bied ze aan. Ze is o zo blij en begint, na eerst mijn hand te hebben gekust en Allah´s zegen, direct te eten. Als ik vraag of ze nog meer honger heeft, knikt ze, maar wijst op haar gebit, er zit nog één tand in. Ik begrijp het en maak een half brood met daarop zeer fijn gemalen kip, die ik net gebraden had. Met een flinke schep jus om alles wat zachter voor haar gebit te maken pak ik het in, samen met wat pakjes fruitsap. Ze is zo blij als een kind en trekt mijn handen tegen haar gezicht. Ik vecht tegen mijn tranen want ik moet er niet aan denken dat mijn eigen moeder zo zou moeten leven. Wat zijn we gezegend in een land als Nederland of België. Ze ziet eruit alsof ze 90 is, maar ik vermoed dat ze veel jonger is. Wij hebben het hier heel moeilijk mee, het hoort bij Marokko maar ik hoop niet voor lang. Het vakantie plezier wordt hier wel door beïnvloed. De volgende dag weer de stad in voor een bezoek aan de grote moskee, (foto links) echt groot was ie niet, maar de minaret was iets bijzonders, hij had namelijk op de hoeken allemaal houten uitsteeksels, die bedoeld waren om de geesten, die op weg waren naar Allah, een rustpunt te gunnen. Het is de enige minaret in Marokko die dit heeft, ook de bron van Lalla Tiznita wilden we zien die vlak bij de moskee moest zijn. De legende verteld dat hier in 1500 een bekeerde prostituee werd geëxecuteerd en dat er, toen haar lichaam de grond raakte, spontaan water uit de grond begon te stromen. De bron bleek nu een vies groen vijvertje te zijn maar het verhaal is leuk om te weten!
Aglou plage, 30 januari.
Tegen 10 uur gaan we op pad voor de 15 km. naar het strand van Aglou. We passeren een camping en komen dan uit bij het strand waar een mooi hotel staat, het Aglou Beach Hotel, waar je voor 20 dirh. op de parking mag staan en tevens gebruik kunt maken van toilet en douche, uiteraard tegen betaling. Tevens wordt wel verwacht dat we hier ook een hapje gaan eten, want ach, ze moeten toch ook wat aan ons verdienen. Om 1 uur gaan we met de bijna voltallige ploeg eten, er staat tong op het menu, lekker maar wel prijzig voor Marokkaanse begrippen (10 euro p.p ). De mannen gaan vissen en ik ga een uurtje plat om wat slaap in te halen. Als ik mijn man in de loop van de middag opgezocht heb en we terug wandelen, komt er een grote ploeg mannen over de nog in aanleg zijnde boulevard aangelopen, cameraman voorop en overal mensen eromheen. Blijkt de gouverneur een bliksem bezoek aan Aglou te brengen. We stappen wat opzij om iedereen door te laten, daar sta je dan in je korte broek met een paar vishengels. De gouverneur grijnst naar ons en steekt zijn hand op en met een vriendelijk ´Bonjour´ loopt hij voorbij. Nu de nieuwe koning aan het bewind is zijn er veel jonge mensen op belangrijke posten gezet, ook deze gouverneur was jong en zo te zien in het westen opgeleid.
Sidi Ifni, 31 januari.
Op ons gemakje vertrekken we tegen 11.00 uur van de parking om op weg te gaan naar een plaatsje genaamd Mirleft, waar we de middag maaltijd gaan gebruiken. De weg erheen is nieuw, pas sinds twee jaar voor motorhomes berijdbaar want voorheen was het piste (zand en stenen). De omgeving wordt steeds ruiger en de weg bochtiger met mooie uitzichtpunten. Tegen 12.00 uur bereiken we het plaatsje en we vragen ons af wat we hier kunnen verwachten. Het domein waar we gaan eten is groot en staat onder leiding van de heer en mevrouw Molina. Deze hebben meer dan 45 jaar voor de Caritas Catholica gewerkt en verdelen de winst ” onder de armen”. Het domein ziet er mooi uit en er wordt hard gewerkt aan uitbreiding, je kan er een kamer huren, er zijn er een stuk of 20 schat ik, en gezelschappen kunnen er, na reservering, eten (minimaal 10 personen).
Het zwembad is nog in aanleg, maar de tuinen en zitjes zijn leuk, ook binnen ziet het er comfortabel uit. Na de rondleiding wordt er een aperitief gedronken waarbij allerlei specialiteiten op kleine schaaltjes worden geserveerd, heerlijk! Dan de hoofdmaaltijd bestaande uit couscous of voor diegene die dit niet lusten tajine. Wij hadden couscous besteld en dat doen we dus niet meer, geen kost voor ons, maar de bijgerechten waren prima. Er werden nog wat handgemaakte souvenirs gekocht, ook weer voor de arme kindertjes en toen op weg naar Sidi Ifni waar we een camping onveilig gaan maken. Vol gegeten en gedronken gaan we weer op weg.
Gelukkig hebben we geen alcohol gedronken want de weg was aardig bochtig en steil. Iedereen komt heelhuids op de camping in Sidi Ifni aan, die mooi aan zee ligt. De volgende morgen eerst eens op verkenning. De weg naar het stadje gaat via een lange trap naast de camping omhoog, dat was even puffen. Het is er stil, wat een vreemde gewaarwording is na alle drukke steden in
Marokko. Er is een rond pleintje met een tuin waar een paar mooie Spaanse gebouwen rond staan. Sidi Ifni was vroeger een Spaanse enclave, maar na 1969 is het weer in Marokkaanse handen gevallen. Het ziet er vervallen uit, er zijn een paar campings, een winkelstraat en een kleine markt waar we wat inkopen doen, ook hier weer niets dan vriendelijke mensen. Als je aan de rand van het centrum staat dan ligt er naast een stuk woestijn. Een aantal kilometers buiten de stad ligt een redelijk grote haven, die ze aan het opknappen zijn, alleen nog de haveningang uitbaggeren, dan kan hier een behoorlijke vissersvloot zijn thuisbasis vinden. Nu liggen er alleen hele kleine open vissersboten. Wij wandelen via het strand er naar toe en gaan over een rotsachtig weggetje weer terug ivm. het tij. We amuseren ons prima, lekker een keertje uitslapen, want de zon heeft even tijd nodig om over de heuvel te komen en dan naar buiten. Wat een leven en dan te bedenken dat Nederland en België wederom in de sneeuw zitten! We missen het absoluut niet.
Guelmim, 4 februari.
Gelijk de briefing van gisteravond vertrekken we om 10 uur van de motorhome camping om via de 7129 naar Guelmim te gaan. Volgens onze reisleidster Erna was deze weg vorig jaar nog een van de slechtste van Marokko, maar dat bleek niet meer zo te zijn. Alles was geasfalteerd, wel een beetje smal, maar prima te berijden en nog wel door een prachtig landschap. Onderweg treffen we een grote kudde dromedarissen aan en 2 Berber kampen. Het plaatsje Guelmim (foto rechts) is gezellig en echt Marokkaans, met veel marktkooplui en oude straatjes. Erna en Etiënne gaan op zoek naar een mooie overnachtingsplaats.
We hadden hier 2 uur de tijd (volgens de briefing) Samen met een echtpaar waar we vaak mee optrekken gaan we op pad, eerst brood en water en dan voor het echte werk. We kopen allebei een mooie tajine voor weinig geld zodat we thuis voor een groter gezelschap kunnen koken. Een kippenrestaurantje lokt, maar we zitten wat krap in de tijd, dan maar een boterham in de camper eten. Om 2 uur horen we, dat we tot 4 uur weg hadden kunnen blijven, foutje ! De leiding is inmiddels terug van hun trip naar een oase en hebben een mooie plek gevonden. Om 3 uur vertrekt onze caravaan naar de woestijn. Na een half uurtje slaan we af en moeten we piste rijden. De bewoonde wereld blijft steeds verder achter, slechts een paar dorpjes passeren we waar we een gids/bewaker ophalen die ons naar the middle of nowhere brengt, de oase Ait Bekkou oftewel “eind van de wereld”, wat we een heel toepasselijke naam vinden. De oase wordt gevoed door 2 bronnen en voorziet een groot deel van de streek van water. Als we nog maar nauwelijks staan
worden we belaagd door kinderen, die schoolvakantie hebben vanwege de dag van het schaap op 12 februari. We zijn een bezienswaardigheid en vraag me niet waar ze vandaan komen, ik weet het niet. Uit alle holen en spleten komen hier mensen. Als je denkt in een totaal verlaten landschap te zitten, dan verschijnen er plotseling mensen uit het niets.
De oase (foto rexhts) is adembenemend mooi, vooral als tegen de avond een klein regenbuitje een prachtige regenboog trekt, we worden er stil van. Mijn man en ik gaan nog even met Bonnie wandelen en als we een paar honderd meter de woestijn in zijn valt de enorme stilte boven op je. Alles klinkt gedempt, waarschijnlijk door het zand, maar het is onbeschrijfelijk mooi! Onze bewaker zit in een stoel voor onze camper en loopt af en toe een rondje, iedereen zorgt voor zijn natje en droogje, zodat ie niet weet wat hij het eerst op moet eten. Wel moeten we rijklaar naar bed gaan, want als het eventueel gaat regenen of nog erger stormen, dan moeten we binnen 5 minuten weg kunnen rijden.
Tan-Tan plage (El Ouatia) 5 februari.
Na een heerlijk rustige nacht wordt ik al vroeg wakker om de zon te zien opkomen in deze uitgestrekte verlatenheid. De lucht verandert langzamerhand van kleur, van grijs naar diep blauw, ook de kleur van het zand verandert naar een roze rode tint, de moeite waard om vroeg uit de veren te komen. Na het ontbijt gaan we een wandeling maken, waarbij we via een kleine stuwdam de oase oversteken en na wat klimwerk de andere zijde bereiken. Ook hier weer een uitgestrekte vlakte met soms, je houdt het niet voor mogelijk, prachtige bloemen in fel paars met een gele rand. Zo te zien iets wat zeer snel boven komt. Gisteravond is er een klein buitje regen gevallen, waarvan deze bloemen het resultaat zijn. De aarde rondom de bloemen staat recht omhoog, alsof ze eruit geschoten zijn! Ze lijken een beetje op hyacinten. Tegen 10.30 uur vertrekken we naar het verderop gelegen oase dorp voor een bezichtiging. Er is een schooltje en verder een paar huizen, echter zeer weinig bewoners, kennelijk zijn ze allemaal op het land aan het werk. Onze gids leidt ons door de palmen oase en geeft uitleg over het water systeem, er zijn verscheidene perceeltjes waar het een en ander is ingezaaid en er loopt zowaar een vrouw in een prachtige fel blauwe sluier stiekem te kijken achter de palmen. Als ik mijn camera pak loopt ze gauw weg, jammer dat ze dit niet willen want ze zijn mooi om te zien. De ogen vaak donker, met kohlpotlood aangezet en soms zeer ondeugend, de rest moet je maar raden!
Na een half uurtje vertrekken we naar het 180 km. verder gelegen Tan-tan plage, ook wel El Ouatia
(foto links) genoemd. De weg erheen is zeer vermoeiend, smal, druk en erg recht, wat je aandacht snel doet verslappen, bovendien is het warm en stoffig.
Eerst komen we in de plaats Tan-tan aan, vrij groot en vol met soldaten, overal waar we kijken is het legergroen nadrukkelijk aanwezig, ook onderweg hebben we steeds meer politie controle punten gepasseerd. Voor ons geen probleem, we mogen meestal zonder mankeren doorrijden, soms vragen ze waar we vandaan komen.
Als we tegen 16.00 uur aankomen heb ik het echt even gehad zodat ik met een aspirientje plat ga. We staan op een parking aan zee waar nog een stuk of 20 campers staan. Na een uurtje gaan we het stadje verkennen, er zijn een paar winkeltjes, een boulevard met wat restaurantjes en verder huizen in het zand. We moeten voor 6 dagen eten meenemen, want verderop is niets te krijgen of het is van zeer slechte kwaliteit. ´s Middags drinken we nog een munt thee op terrasje, best lekker voor een keer. Morgen verder naar Oued Mafatma, waar de mannen kunnen gaan vissen.
Oued Mafatma, 6 februari.
Om 10 uur vertrekken we richting zuiden, er loopt maar één weg dus missen kan je het niet. In colonne gaan we op weg naar het 70 km. verder gelegen route punt, ook hier onderweg weer veel controle van politie, alles wat uit Mauretanië komt wordt helemaal doorzocht. Als we op een gegeven moment een rivier oversteken zien we op een uitstekende rand langs de kust allemaal campers staan, we hebben ons doel bereikt. Iedereen zoekt een mooi plekje, veel zon maar helaas ook een koude wind. We parkeren de wagen zo dat we in de luwte kunnen zitten. Ik heb een gigantische hoofdpijn, die meestal een storm aankondigt, ook mijn man is niet hoofdpijn vrij, afwachten dus.
De volgende dag heel veel wind en s´nachts liggen we allemaal te schudden in ons bed. De volgende morgen is er overleg, want we zouden hiervandaan de woestijn in gaan, maar daar kan nu geen sprake van zijn.
Er zijn een paar campers aangekomen die gevlucht waren, een complete zandstorm verderop en de weg al half onder het zand.
Na overleg besluiten we om terug te gaan naar El Ouatia en daar af te wachten.
Eenmaal weer in El Ouatia gaan we weer op ons oude stekkie staan en gaan rustig met een boek onderuit. Ook hier is het koud met veel wind, maar gelukkig geen zand in je neus, ogen en oren. Erna komt vragen of we de volgende dag mee gaan eten met de hele groep, ja hoor, wij gaan mee.
Naila, 10 februari.
De volgende ochtend palaver, eten om 13.00 uur en vertrek om 14.30 uur naar de woestijn, de wind is weg en mijn hoofdpijn ook, de zon schijnt uitbundig zodat iedereen goed gemutst is. Eerst de watertank vullen bij het hotel, dan weer boodschappen voor 4 dagen, omkleden en hup naar het hotel waar we een heerlijk menu krijgen voorgeschoteld van salade, zeewolf met groente garnituur en een fruitsalade als dessert. We kunnen er weer tegen. Helaas gaat niet iedereen mee de woestijn in, ze hebben genoeg van die grote zandbak. Twee koppels gaan richting Sidi Infi en zien ons komende vrijdag weer in Guelmim, waar we de kamelen markt gaan bezoeken.
Wij gaan op pad naar Naila, een natuurgebied aan de rand van de west sahara. In Sidi Akhfennir moeten we bij de gemeente een permit halen en betalen om in het gebied te overnachten. Een kilometer of 20 verder gaan we van de weg af naar Naila, wat niet meer op de kaart staat. Het blijkt een grote lagune te zijn, waar we hoog boven op een plateau staan met een prachtig uitzicht over water en woestijn. Er staan flamingo´s en ooievaars langs de waterkant en hier zijn de “echte” woestijn duinen zoals we ons die voorgesteld hadden!
Er lopen hier wat kindertjes rond die zo te zien niet veel hebben, zodat de kleding van onze kleinzoon hier een goede bestemming krijgt. Ze zijn helemaal opgewonden als ze de Wald disney printen op de T- shirts zien en het kleinste jochie gebaard dat die broeken echt wel passen, hij houdt ze zowat onder zijn oksels. Hij moet de pijpen nog een paar maal omslaan maar hij glundert van oor tot oor. De volgende morgen zijn we al op tijd op, we wilden een flinke wandeling maken en dan is het nog niet zo warm. Om half 10 zijn we al op pad, eerst door een steen woestijn en dan komt het echte werk, de zand duinen, zoals wij vinden dat een woestijn er uit moet zien! Nu, het is inderdaad erg mooi, ondanks dat het alleen maar zand is, maar de structuren van de zandheuvels zijn prachtig, scherpe schaduwen en mooie vormen. Wel is het lastig lopen, soms is het vrij hard zand, maar dan opeens zak je er tot je enkels in en stroomt het zand onder je zitvlak weg. Een gedeelte van de groep, die slecht ter been zijn, hebben een visser met een bootje gecharterd die hen de lagune gaat laten zien. Wij lopen die middag weer onze route en dalen
nu af naar de lagune, waar het wat makkelijker lopen is. Er staan prachtige bloemen in het zand, je vraagt je af hoe dat hier kan leven. Naast het pad ligt het kadaver van een schildpad, zo te zien is hij met een scheepsschroef in aanraking gekomen want er zit een groot gat is zijn pantser. Ook moeten we opletten voor schorpioenen en kleine slangetjes, maar het enige dat we zien zijn wat hagedisjes. We zijn aardig moe als we weer bij onze camper terugkomen en zakken onderuit met een bakkie thee. Het is vandaag 12 februari en “dag van het schaap” een groot moslim feest dat overal ter wereld wordt gevierd in huiselijke kring. Iedere familie slacht een schaap ( als ze er het geld voor hebben) en dit wordt dan met z´n allen opgegeten. De hele week zijn er al voorbereidingen getroffen en iedere Marokkaan is in feeststemming. Als we s´middags aan tafel willen voor de warme hap horen we een hoop herrie buiten, er is een gezin aangekomen die iedereen gedag komt zeggen. ook het jochie huppelt rond in zijn Ik steek mijn hoofd buiten de deur om te kijken wat er aan de hand is en direct komt een glunderend
meisje op me af, het blijkt hetzelfde kindje te zijn die ik gisteren kleertjes gegeven heb. Ze pakt me vast en geeft een zoen, ik ben volledig verrast als haar moeder me komt bedanken, nieuwe broek met T-shirt en is apetrots. Ze hebben allebei hun nieuwe kleding aan. We gaan even naar buiten en de moeder pakt me beet, ik moet haar tjeb om, ze kleed me helemaal op Marokkaanse wijze aan en gaat samen met me op de foto! Het is een drukte van belang, iedereen wil ook aangekleed op de foto, als ze weer weg gaan geef ik het meisje nog een knuffelbeest die ze stijf tegen zich aan houdt. Hun feest kan niet meer stuk. De wereldomroep geeft ´s avonds een waarschuwing voor Marokko. Wij hebben besloten om direct rechtsomkeerd te maken als het tot een oorlog komt in Irak, ook al is er hier niets aan de hand, je weet maar nooit!
El Ouatia, 13 februari.
Mijn man gaat de volgende ochtend nog vroeg vissen en ik geef de camper een schoonmaak beurt, hij vangt slechts een klein visje dat terug gezet wordt, weer geen vis dus, maar nee, de bewaker wenkt hem, hij heeft een kistje vis te koop. We zoeken een mooie harder uit die we buiten bakken. Na de afwas vertrekken we op eigen gelegenheid naar El Ouatia, terug de bewoonde wereld in. Als we de weg naar de hoofdweg afrijden zit er voor ons een Italiaan vast in het zand, dat de afgelopen nacht op de weg was gewaaid. Met vereende krachten van een Fransman en wij tweeën graven we hem uit en duwen hem door het zand. Nu is de Fransman aan de beurt, Kor zegt hem flink gas te geven en dat doet hij, met een flinke gang schiet hij door het zand op de weg. Prima, nu wij nog, vaart maken en met een gang door de zandhoop waar we gelukkig goed doorschieten, zodat onze voorwielen weer vaste grond hebben en de rest er wel doorheen trekt, met weer een ervaring rijker vertrekken we naar El Ouatia.
Guelmim, 14 februari.
Het vertrek is op 11 uur gezet voor de 150 km. naar Guelmim, we zullen blij zijn als deze etappe achter de rug is, want dit hebben we al wel gezien. We gaan nu overnachten in Guelmim, want de volgende morgen is de Kamelen markt. We mogen achter het politie buro staan op een grote zandvlakte. s´Avonds krijgen we bewaking van de politie want de jeugd in Guelmim wil nog wel eens lastig zijn. De markt valt wat tegen, er staan een stuk of 12 kamelen en een groepje schapen en geiten. Wel is het leuk om te zien hoe de hoog opgetaste vrachtwagens hun lading, die voornamelijk uit gedroogd gras bestaat,
verhandelen. Na het bekijken van de kamelen gaan we nog even de naastgelegen groentemarkt met een bezoek vereren. Het is geen pretje want het waait onbehoorlijk hard, zodat je ogen en oren vol zitten met zand. We nemen hier afscheid van een Belgisch echtpaar, die terug naar huis gaan. Na afloop nog even wat boodschappen in het stadje en dan op weg naar alweer de oase, die 12 km. buiten de stad ligt. Het is dezelfde als waar we eerst stonden, maar nu in de bebouwde kom, de zogeheten Ksour. Leuk om eens mee te maken, als het niet zo zou stormen! We moeten binnen blijven en alle ramen en deuren gesloten houden. Aan het eind van de middag krijgen we een rondleiding door de Ksour, onder leiding van onze bewaker/gids van de vorige overnachting. Leuk, alleen die wind en dat zand. De volgende morgen staat een bezoek aan een privè museum op het programma, we verwachten er niet veel van, want wat moet je nu in zo´n uithoek verzamelen, maar dat valt ontzettend mee! De man heeft de afgelopen 18 jaar een mooie collectie verzameld over het leven van de Berbers en het is zeer de moeite van het bezoek waard. Hij heeft een heel huis omgetoverd tot museum. We hopen dat er nog heel veel bezoekers zullen volgen.
Fam El Hisn, 16 februari.
Als we uit het berber museum (foto links) stappen begint de wind weer de blazen, zodat we allemaal gauw richting camper gaan en ons klaar maken voor vertrek. Binnen een kwartier is iedereen startklaar en vertrekken we richting Tata, waar weer een oase op de planning staat.
De totale afstand is 330 km. en dat gaat niet op 1 dag. Vreemd ? Nee hoor, de weg is weliswaar geasfalteerd, maar het is slechts 1 baan met veel grint aan de zijkant, bovendien is de natuur zeer afwisselend dus ligt de snelheid zo rond de 60/70 km. per uur.
Tegen 17.00 uur komen we in een garnizoens plaatsje aan, waar een grote parking is tegenover het postkantoor en voor de rijkswacht. Al gauw komt een hoge ome zich melden en geeft ons voor de nacht politie bewaking. Zo gaat dat hier, prima geregeld, niet dat het nodig is maar ze willen hun toeristen graag gezond houden.
Oase Tata ( El-Khemis), 17 februari.
Om 10 uur vertrekken we weer, na eerst wat inkopen te hebben gedaan in het kleine stadje. De slager was nog steeds dicht in verband met het schapenfeest, maar na wat vragen hier en daar, brengt een Marokkaan ons naar een winkeltje waar niets staat behalve een koelkast, de man blijkt kippen te verkopen! Ook niet verkeerd, dus gaan we gewapend met een grote kip weer naar de camper. Wat ons betreft kunnen we weer op pad. In colonne vertrekken we weer richting Tata.
De route is mooi met een afwisselende natuur, vlakten afgewisseld met heuvels en bergen, sommige scherp, andere glooiend, dan weer een kudde dromedarissen.
Om 12.30 uur slaat onze leider van de weg af en zien we hem ergens naar beneden rijden, het is een steile afdaling maar daar beneden ligt een mooie oase. (foto´s links en rechts) Het eerste wat we horen is een uitroep van verbazing en ongeloof van Erna en Etienne, “Het water is weg !” Na veel zoeken vinden ze eindelijk een klein plasje, wat ze enigszins verbijsterd bekijken. Vorig jaar stond het water tot aan de rand van waar we nu geparkeerd staan. Als we de oase nader bekijken klopt dit ook, je kunt zien dat er een gigantische hoeveelheid water langs is gestroomd, een soort vloedgolf, die waarschijnlijk de verschillende bronnen hebben afgedekt. Nu zijn er nog een paar kleine bronnen over die het plasje voeden ´s Avonds kijken we gezamenlijk hoe de maan door de palmen op komt, een prachtig gezicht.
Tata camping,19 februari.
De volgende morgen vertrekken we naar Tata, een 20 tal kilometers verder, waar we naar een motorhome camping gaan. We moeten weer uit de oase naar boven en dat valt niet mee, we horen een flink gekras onder de auto als we over de richel rijden, maar gelukkig is het slechts de knalpot die wat krassen heeft opgelopen. Het stadje is wel aardig, wat cafeetjes en verder de gebruikelijke winkeltjes. We doen gauw wat inkopen, want we gaan een route rijden als Erna de camping besproken heeft. Om 11.00 uur gaan we rijden, richting Tamgout. De weg is in een woord onbeschrijfelijk mooi en we worden er helemaal stil van, het is alsof je in een andere wereld bent. De bergen zijn van inmens ruig tot prachtig van vorm, met zoveel variatie dat het met geen pen te beschrijven is, dit moet je gezien hebben. Alleen om deze weg nog eens te rijden komen we nog een keer terug naar het zuiden! We eten hier en gaan dan dezelfde weg terug naar Tata.
Er zou de volgende dag een excursie zijn naar grotten met muurtekeningen uit de vroege oudheid, de kosten liegen er niet om en we besluiten om niet mee te gaan, we vertrouwen de camping baas niet zo. Hij regelt het allemaal wel !
Tegen 14.00 uur gaat een groep met 3 taxi´s op weg naar de grotten.
Wij doen de was en relaxen lekker met een boek in de zalige zon.
Tegen 18.00 uur komen de grot kijkers terug, hondsmoe en een beetje boos ! Niks grotten, een uur over een hobbelige weg naar een berg, die ze toen moesten beklimmen en waar boven een steen was waar wat rondjes en streepjes op stonden ! Na afloop werden ze op de thee uitgenodigd bij …..een tapijtverkoper, alias excursie leider, die hoopte dat ze nog wat in zijn toko zouden kopen. Iedereen had een nare smaak in de mond en ze zouden in het vervolg niet zo snel meer aan een excursie meedoen, tja…
Tafraoute, 21 februari.
De volgende morgen gaan we op weg naar het 230 km. verder gelegen Tafraoute. Het is een prachtige weg met een mooie natuur, afgewisseld met oases en lemen dorpen, die bijna niet opvallen tegen de achtergrond van de bergen, daar ze dezelfde kleur hebben. We zijn blij als we tegen 16.00 uur op de parking van de gendarme staan. Morgen gaan we wel eens op onderzoek uit. Een Nederlands echtpaar waar we regelmatig mee optrekken, is vandaag terug gegaan naar Agadir, waar ze wat reparaties aan hun motorhome willen laten uitvoeren. ( goed en goedkoop).
Het stadje ligt in een vallei van het Anti-Atlas gebergte en is aan alle kanten omgeven door een spectaculair rotslandschap van bruinrood graniet, wat sterk afsteekt tegen de felblauwe lucht en het groen van de oase. We gaan na het ontbijt eerst het stadje bekijken, er is een kleine souk en een paar winkelstraten. De groente markt is vandaag gesloten (zaterdag). We willen vlees kopen voor de tajine, maar als we de slagers gezien hebben, besluiten we maar om morgen een blik gehaktballen open te maken! We hebben bij aankomst een echte slager gezien, die willen we nog even proberen, maar helaas, hij heeft alleen nog een geitenkop en dat hoeven we even niet!
Erna heeft ons vanmorgen uitgenodigd om tegen 13.30 uur klaar te staan want er is een verrassing gepland. In ons paasbeste goed staan we klaar en worden we naar een restaurant gebracht waar een grote Berbertent in de tuin staat. Het ziet er enig uit, rondom lage banken met tafels, waar we aan plaats nemen. We mogen kiezen uit 3 verschillende menu´s, die allemaal even lekker lijken. Op advies van de ober kiezen we voor de traditionele tajine van Tafraoute, met vlees, amandelen en pruimen en een Marokkaanse soep vooraf. Een goede keuze blijkt later. Als we allemaal zitten komt er een groep muzikanten van 4 personen, die ons de gehele maaltijd begeleiden met typische Marokkaanse muziek. Iedereen vindt het ontzettend leuk en we genieten dan ook met volle teugen. Wij gaan de volgende dag rond 10 uur op stap voor een flinke bergwandeling onder leiding van Erna en Etiënne, samen met een Belgisch koppel, de rest wil kennelijk uitslapen! Eerst de oase door en dan komt het echte werk, we moeten flink klimmen op een pad dat niet meer is dan een geitenpaadje, maar rustig aan, dan breekt het lijntje niet. We vorderen gestaag en zijn blij met onze stevige bergschoenen, want het pad ligt bezaaid met keien! Na ongeveer anderhalf uur bereiken we de top en genieten we van een prachtig uitzicht over de vallei aan de andere kant. Het waait hier lekker, zodat we een beetje kunnen afkoelen Tegen 12.30 uur zijn we weer bij ons campertje waar we heerlijk onderuit zakken met een bakje koffie. De rest van de dag brengen we al luierend door.
Agadir, 24 februari.
Om 10 uur staan we klaar voor vertrek, we gaan terug naar Agadir, ongeveer 150 kilometer, maar… over een zeer spectaculaire weg die langs de 2359 mtr. hoge Jbel Lekst loopt en zeer opwindend is gedurende de eerste 70 kilometer! In het begin valt het allemaal wel mee, maar o wee, als we omhoog de bergen ingaan. De weg hangt aan de berg en is zeer smal. Wat zijn we blij dat we aan de binnenkant rijden en houden ons hart vast bij iedere tegenligger. Gelukkig zijn het er niet zoveel, de uitzichten zijn adembenemend, letterlijk, soms kun je de bodem niet zien, zo diep is het naast de weg. Na een paar uur moeten we stoppen, er staat een vrachtwagen geladen met metalen binten voor ons, die niet meer voor of achteruit kan. Hij staat op de rand van de weg, boven een gigantisch diepe afgrond, …….. Heel voorzichtig moeten we een voor een er langs schuifelen, wij gelukkig aan de “goede”kant. Ik zit continu met het zweet in mijn handen, het is wel schitterend maar voor mij mag het ietsje minder! Als we eindelijk een uitzichtpunt bereiken waar we de middagstop houden staat het zweet in mijn bilnaad ! Ik ben blij dat het nog maar 15 km. is tot de normale weg begint. Toch had ik deze route voor geen goud willen missen en dat zegt toch wel wat. Tegen 16.00 uur zijn we in Agadir aangeland en brengen we een bezoek aan de Marjane supermarkt voor wat aanvulling van onze voorraden. Eenmaal op de parking van Tagazoute treffen we onze camper vrienden, die de reparatie van hun camper inmiddels geregeld hebben en morgen de groep officieel verlaten om naar Tanger te vertrekken. We drinken een paar flesjes wijn leeg, samen met Erna en Etiënne die ook even komen buurten en gaan dan verkassen naar de groep, die aan de andere kant staat. ´s Avonds komen onze vrienden nog even buurten zodat we enigszins aangeschoten naar bed gaan.
Taroudannt, 27 februari.
Tegen half 10 vertrekken we naar de vijfde koningsstad van Marokko, namelijk Taroudannt, een kleiner broertje van Marrakech. Op weg erheen rijden we door een grote vruchtbare vallei aan de voet van de Hoge Atlas waar hier en daar nog besneeuwde bergtoppen te zien zijn in de verte. De streek staat bekend om zijn vele sinasappel boomgaarden, maar ook groenten en olijven komen hier vandaan. Het is er in ieder geval heerlijk groen! Als we de 85 km. afgelegd hebben rijden we het stadje binnen, waar we naar de parking van de politie worden gebracht. Na een kop koffie gaan we met nog een echtpaar op onderzoek uit, de stadsmuur ligt vlakbij en er staat een rij koetsjes (foto onder) klaar om de toeristen rond te rijden. Het lijkt ons wel wat en voor de prijs van 120 dirham maken we met ons vieren een toer rond de muren van het stadje, afgewisseld met een bezoek aan de leerlooierijen en de Berbermarkt. We krijgen zo een indruk van hoe het stadje in elkaar steekt zodat we later op de dag te voet nog wat kunnen rondneuzen.
Na een siësta gaan we weer op onderzoek uit, dit maal te voet.
Taroudannt staat bekend om zijn Berber zilver en de vele kunstnijverheid producten van de Toearegs die we vanmiddag op de markt zagen. Het is een heel gezoek om door al die smalle straatjes je weg te vinden, maar uiteindelijk kom je altijd bij de stadsmuur uit en als je die volgt vindt je wel weer een bekend punt. We vinden de Berbermarkt weer terug, die we het leukst vonden, en gaan lekker neuzen. Mijn man vindt nog een paar babouches in de goede maat en voor 60 dirham mag hij ze de zijne noemen, het afdingen gaat steeds beter en we krijgen er lol in om de prijs die we in ons hoofd hebben ook te betalen. Het stadje is typisch Marokkaans, de geur en de sfeer kun je proeven en als de zon wat gaat zakken wordt het een drukte van jewelste, het lijkt wel of iedereen buiten komt! Na een paar uur zijn we moe van al die drukte en zoeken onze camper weer op, morgen naar Ouarzazate!
Ouarzazate, 28 februari.
Al om half negen zijn we startklaar voor de 300 km. naar ons volgende reisdoel. Wij vertrekken als eerste, samen met een ander Nederlands koppel, want we willen onderweg een pauze voor koffie, daar krijgen we anders geen gelegenheid voor, vandaar. De route is mooi, eerst door een vruchtbare vallei en dan wordt het steeds bergachtiger en de weg smaller en bochtiger maar mooi om te rijden. Tegen 10 uur houden we een koffie pauze en komt de gehele groep weer bij elkaar. Vanaf nu is het weer treintje rijden, niet ons favoriete ritje, maar het is niet anders. Het schiet lekker op zodat we al om 15.00 uur bij Ouarzazate aankomen. Etiënne stelt voor om nu naar Aït Benhaddou te gaan, want we hebben tijd genoeg en anders moeten we morgen het hele eind weer terug rijden. Wij vinden alles prima, zodat we naar het 21 km. verder gelegen Unesco wereldmonument gaan. Deze kasbah ligt prachtig aan de voet van de Hoge Atlas, langs de oude pasweg die tot het begin van de vorige eeuw Marrakech verbond met de oases in het zuiden.
De ommuurde vesting is gemaakt van rode leem en staat op een lage heuvel langs de rivier de Asif Mellah, die we te voet over moeten steken om de kasbah te bereiken. Er staat een leger jochie´s klaar op je behulpzaam te zijn over de stapstenen, uiteraard voor een dirham. We gaan zonder gids op onderzoek uit, want ze spreken alleen maar Frans en daar hebben we niets aan. Het is een leuk geheel, smalle straatjes met veel winkeltjes voor toeristen, kortom prima sfeertje! De kasbah is zo te zien niet meer bewoont, iedereen is inmiddels naar de overkant verhuist waar water en elektra voorhanden zijn en geef ze eens ongelijk! Men is sinds een paar jaar bezig met restauratie van de kasbah die tot voor kort veel gebruikt werd voor filmopnames van o.a. Lawrence of Arabie, Jewel of the Nile en Jesus of Nazareth om er een paar te noemen. Tegen 17. 00 uur zijn we klaar en rijden naar Ouarzazate, naar we dachten ons einddoel voor vandaag, maar nee, Erna stopt bij de Atlas filmstudio´s om voor morgen een afspraak te maken, waarna we weer door kunnen naar de camping.
Foutje, geen camping, we rijden naar het Lac Mansour voorbij Ouarzazate. Het is een heel eind en we zijn blij als we eindelijk bij het meer aankomen waar we op een parking met uitzicht op het meer staan. Het ligt op 1100 meter hoogte en dat merk je aan de wind, wel een prachtig uitzicht. Ouarzazate zien we dus voorlopig niet want morgen staat er een bezoek aan de filmstudio´s op het programma, waarvoor wij bedanken, we gaan liever wat wandelen in de omgeving!
Lekker uitgeslapen en rustig opgestaan, het is wederom prachtig weer en er is geen zuchtje wind, de thermometer staat tegen koffietijd al op 24 graden, dat belooft wat voor de middag.
Wij passen samen met nog wat lui op de campers van de studiogangers, die tegen 14.00 uur weer boven water zijn. Het was leuk, maar wel een beetje vervallen. Wij gaan wandelen, in de namiddag is het niet meer zo heet hopen we. Langs het meer loopt een weg naar een soort dorp van grote vakantie woningen, ooit een groot plan maar om een of andere reden niet afgemaakt, er zijn een aantal van bewoond . Het is hier beneden aan het water bloedheet, geen zuchtje wind, net een oven waar je in loopt. We houden het na een uur voor gezien en gaan terug naar het plateau, waar tenminste een beetje wind hebben. De lucht is hier in het zuiden bijzonder droog met een 13% luchtvochtigheid en dat voel je goed. De luchtwegen worden zwaarder belast en je neus zit continu verstopt van het stof. Wel goed om Arabisch te leren spreken met al die keelklanken.
Zagora, 2 maart.
Vandaag mag iedereen zelf het tijdstip van vertrek bepalen voor de 190 kilometer naar Zagora. We hebben het adres van de camping gekregen en kunnen dus ons gang gaan. Met onze buurman vertrekken we om half 10 naar de Draa vallei.
Het eerste gedeelte is niet zo mooi met een zeer slechte weg, maar na een kilometer of 40 gaan we de bergen in, mooi en niet mooi, ze zijn bijna zwart en een beetje onaards, af en toe lijkt het de maan wel ! Halverwege zitten een paar steile passen in en ergens na zo´n pas staat een auto met open motorkap en 2 jonge mannen erbij.
Eén gebaart om ons te laten stoppen, wat we natuurlijk doen. Ze hebben pech en hij vraagt of we zijn familie in Agdz willen waarschuwen, zo´n 40 kilometer verder. Prima, hij tekent een plattegrond waar we zijn moeten en schrijft in het Arabisch wat er loos is met zijn auto. Tegen 12 uur bereiken we het plaatsje en vinden de winkel van zijn oom, ik ga naar binnen en vertel dat zijn neef met pech staat en hulp nodig heeft van een monteur, hij leest het en bedankt me uitvoerig voor de hulp, niet nodig, graag gedaan. Maar dat gaat zo maar niet, we moeten thee komen drinken als dank voor de moeite, hij ziet aan mijn gezicht dat ik denk, ja, ja, zeker tapijtjes verkopen want hij heeft een Berber shop, maar nee, alleen als dankjewel zegt hij. Ik ga mijn man en buren halen, want die mogen ook thee komen drinken en de oom gaat ondertussen thee bestellen. Tijdens het wachten moeten we eraan geloven, we worden helemaal opgetuigd als berbervrouw en toeareg en moeten op de foto,
lachen geblazen. Hij spreekt een beetje Frans en een mondje Engels, maar we begrijpen elkaar.
De thee komt eraan, safraanthee wat alleen voor speciale gasten geschonken wordt, normaal krijg je muntthee, het is lekker en we kijken even in zijn winkeltje rond, hij legt het een en ander uit maar dringt absoluut niet aan om iets te kopen. Ik vraag of hij al hulp geregeld heeft voor zijn neef, ja hoor, er is al een monteur onderweg naar hem.
We bedanken hem voor de gastvrijheid en gaan weer verder richting Zagora, het is erg heet in de camper zodat we met de ramen open rijden. De thermometer staat op 27 graden in de schaduw !
Na een middagstop, waarbij een klein jochie me een zelfgemaakt kameeltje aanbiedt, gemaakt van gevlochten palmblad en waar hij natuurlijk een dirham, een balpoint en een speeltje voor krijgt.
Zijn zusje kijkt maar vraagt niets, ook voor haar dus een knuffelbeestje, wat ze direct tegen zich aan drukt en een kus geeft. Ze staan op blote voetjes in een wereld vol scherpe stenen. Jammer dat we geen kinderschoenen bij ons hebben, volgende keer om denken.
De vallei wordt steeds mooier en groener, palmen waar je ook kijkt en het ene dorp na het andere verschijnt totdat eindelijk Zagora opduikt.
De camping ligt buiten de stad, midden in een palmenbos, heerlijk koel ! Een paar kamelen kijken ons over de heining aan, Marokkaanser kan niet. Ik spoel gauw de was uit, want morgen moeten we weer verder naar het eind van de wereld, een stuk woestijn vlakbij Algerije, waar de wegen ophouden en er alleen nog maar zand is. Als we over een paar dagen in Zagora terug komen gaan we het stadje bekijken.
Mahmid, 3 maart.
Vertrek weer om 10 uur, ditmaal weer gezamenlijk omdat de reisleiding ons onderweg het een en ander wil laten zien. Jammer, want alleen reizen is veel relaxter. De allereerste stop is in Tamegrout, waar we wat boodschappen kunnen doen. Het duurt allemaal veel te lang in deze hitte en er is nergens een plekje schaduw te vinden, zodat we langzaam doorrijden. Een kilometer of 10 verder weer stoppen, ditmaal voor een soort duin dat nog niet zo lang bestaat, het ligt op een grote vlakte en is al behoorlijk hoog, verder niets dan stenen. Als de fotosessie klaar is gaan we weer verder tot het een uur of 12 is en het tijd is voor het eten. We krijgen de tijd tot half 2, zodat bijna iedereen warm eet. De thermometer geeft 36 graden aan en de luchtvochtigheid staat op 11%, voordeel hiervan is wel dat je totaal niet transpireert, maar wel continue dorst hebt zodat de waterfles steeds binnen handbereik is. Verder maar weer, gelukkig is dit de laatste trip naar het zuiden, vanaf hier gaat het alleen maar noordwaarts richting koelte! Als we na een paar uur in Mahmid aankomen, houdt de weg voorgoed op, einde asfalt, begin woestijn. We zitten hier 35 km. van de grens met Algerije, aan het begin van de Sahara en dat merken we! Na een stuk piste rijden komen we bij een camping waar we vriendelijk ontvangen worden, er worden zelfs matten voor onze campers gelegd zodat we geen zand naar binnen lopen, ja, ja, de klant is koning en de warmte ook, maar liefs 44 graden!!!!!! Weliswaar in de zon, maar goed, echt lekker is het niet en nergens ook maar een boom te bekennen. We beklagen de mensen die hier moeten leven en dan te bedenken dat het nu winter is! Wij weten niet waar we het moeten zoeken en zij lopen met truien en zelfs jassen aan, het is maar wat je gewend bent. Het blijkt de bedoeling te zijn dat we ´s avonds in een nomadentent gaan eten die op de camping staat, dit valt niet zo goed, want de meeste hebben al warm gegeten, maar goed, iedereen doet mee en voor de somma van 7 euro pp. eten we een 3 gangen menu. De salade is wel lekker maar de brochettes van schapenvlees zijn niet te pruimen en verdwijnen in de magen van de hond en de kat die kennelijk weten waar ze moeten zijn. Mijn man had tajine besteld en is ook niet erg gelukkig met zijn menu, zodat dit ook richting hond gaat. Niet zo´n succes dus, maar alla, de sfeer is goed en het kampvuur gezellig. De volgende morgen gaan we al om 6 uur op pad om de opkomst van de zon in de woestijn te zien, want daarom zijn we hierheen gegaan. We zijn met 6 man/vrouw, de rest is met een 4 x 4 om 4.30 uur vertrokken. Onze gids komt niet opdagen maar geen probleem, Erna weet de weg. We wandelen in het donker door een oase op weg naar de woestijn, maar we dolen een beetje rond tot het wat lichter wordt. Het blijkt veel verder te zijn dan Erna dacht zodat, als we dan eindelijk de zandduinen bereikt hebben, de zon al lang op is, jammer maar helaas. De wandeling op zich is mooi en op de terugweg gaan we door de ksar, waar iedereen net zo´n beetje wakker wordt. Al met al zijn we dik 3 uur onderweg en knap moe als we weer bij de camper terugkomen.
Zagora (Amezrou) 4 maart.
We zijn blij dit stuk Marokko te verlaten, hier komen we niet meer terug, te heet en te stoffig, geen leuke stadjes en een afschuwelijk slechte weg ! Tegen 10 uur vertrekken wij alleen, de rest zit nog te wachten op de 4 x 4 groep, die zoals we later horen, er totaal niets aan vonden maar wel 100 euro lichter waren, stenen en zand, verder niets. Dan hadden wij in ieder geval een mooie wandeling gehad. Al om 12 uur bereiken we Amezrou, in de middag doen we niet veel meer dan luieren. We horen van een Marokkaan dat er morgen weekmarkt is, hij geeft een kaartje met zijn adres, want hij heeft een……. jawel, een berber shop en we moeten beslist eens komen kijken Wij gaan de volgende morgen op zoek naar de weekmarkt, die we snel vinden, dwars de
rivierbedding oversteken, dan een smal paadje door een woonwijk en we komen zo op de grote winkelstraat in Zagora uit. We volgen de grote stroom mensen, dan kom je vanzelf op de markt!
Het blijkt een “van alles wat” markt te zijn, veel groenten en fruit van uitstekende kwaliteit en verder een mengeling van alles wat je maar nodig hebt. Van stukjes hollandse zeep tot fiets en brommer onderdelen, van tapijten tot Berber kleding en van radio´s tot GSM telefoons ! Het is er gigantisch druk en gek genoeg helemaal geen toeristen. Bij een aardige jonge man zien we “onze” Marokkaanse theepot staan die we al zolang zochten, nu kan het handelen beginnen, hij begint met 250 dirham en na een half uurtje mogen we de theepot de onze noemen voor 100 dirham. Het is een echte tinnen theepot met de bijbehorende Marokaanse tinmerken, we zijn er blij mee. Op de camping laten we onze aanwinst bewonderen en zakken onderuit met iets koels. Van onze buren horen we tot onze verbazing dat er die morgen beslist is dat de route is
gewijzigd, we gaan NIET naar Marrakech en de watervallen, maar via de Daades vallei naar de Todra kloof ! We zijn stomverbaast dat dit zomaar beslist is zonder dat ons ook maar iets gevraagd is en willen daar nog wel een woordje in meespreken, immers, wij hebben ons al weken verheugd op ons
bezoek aan deze stad met zijn prachtige pleinen. Wij horen het vanavond wel op de briefing van Erna en Etienne. Wij vinden dat de reisleiding het programma moet volgen want uiteindelijk hebben we daar op ingeschreven en iedereen wist hoe de route was. Gelukkig zijn er nog 2 koppels die er ook zo over denken, maar de beer is los als Erna en Etiënne het met ons eens zijn……. We worden beschuldigt van alles en nog wat en er kan niet meer gepraat worden, want de sfeer is kapot en dat terwijl het de laatste weken juist zo goed ging, zowel met de leiding als met de groep. Een groepje van 4 campers besluit hun eigen weg te gaan. Wat is nu Marokko zien en niet in Marrakech geweest zijn, dat is net zoiets als naar Parijs gaan en de Eifeltoren niet gezien hebben ! De volgende morgen splits de groep, wat gepaard gaat met enkele traantjes, zowel van Erna, die zich in de steek gelaten voelt, als van enkele deelnemers.
Ouarzazate, 6 maart.
Wij vertrekken al om 9.00 uur met onze camper buren, dan is het nog niet zo warm. De weg is bekend, maar toch is hij van deze kant af veel mooier als andersom, dit komt voornamelijk door de lichtval op de bergen. De kleuren zijn veel intenser, zodat we genieten van de prachtige uitzichten en de diepe dalen. Als we tegen 12.00 uur de stad bereiken parkeren we voor de Kasbah van Taourirt, een imposante lemen burcht die aan de rand van het stadje ligt. Het is prachtig met de zon op de rode lemen kantelen zodat we besluiten om deze middag maar te gebruiken om het een en ander te bezoeken. Eerst een heerlijk restaurantje gezocht waar we lekker gegeten hebben en toen naar het Glaoui paleis, dat onderdeel is van de kasbah.
Het is het hoofdgebouw van de kasbah en werd vroeger bewoont door de machtige pasja van Marrakech. Een deel is al gerestaureerd en het paleis ziet er goed uit. Na dit bezoek gaan we de kasbah in met een gids, die zich gratis aanbiedt. Hij verteld dat de kasbah bewoont wordt door 3 verschillende culturen, nl. Berbers, Moslims en Joden. Op verschillende tijden wordt er per groep water uit de put ( nu gewoon een dorpskraan) gehaald en ieder heeft zijn eigen wijkje. Iedere bewoner moet zijn inkomen halen uit toerisme of als figurant bij de films die hier regelmatig worden opgenomen, maar helaas, de films hebben hun beste tijd gehad. Ze houden dan ook hun hart vast als Bush gaat aanvallen, want ze zijn bang dat de toeristen dan massaal gaan wegblijven. Hun vrees is gegrond denk ik zo, trouwens, het hele land zou er een enorme klap van krijgen wat verschrikkelijk jammer zou zijn.
Tegen vijven vertrekken we naar de camping waar we nu dus met nog slechts 4 campers staan Wij gaan de volgende dag wat boodschapjes doen in het stadje, wat op loop afstand ligt. De hitte is er al weer zodat we gauw richting camping gaan, vandaag hoeven we niet te koken want de Mamma van de camping kookt voor ons echt Marokkaans. Als we om 18.00 uur aan tafel gaan wordt het eten gebracht, eerst een zalige soep, daarna een soort pastei, gevuld met……….? Volgens Erna iets met duif, maar er zitten ook noten en honing in en het smaakt in een woord zalig, er wordt nog thee met koekjes geserveerd zodat we compleet vol zitten. Iedereen krijgt nog een stuk mee voor morgen, want er is veel te veel en het is zeer machtig eten. Nog een wijntje als afsluiting en dan kruipt iedereen lekker onder de donsdeken, morgen naar… Marrakech.
Marrakech, 8 maart.
Tegen half 10 is iedereen gereed voor vertrek en gaan we op pad voor de 215 km. naar Marrakech. De weg brengt ons door een prachtige natuur, dwars door de Hoge Atlas. De uitzichten zijn schitterend, het wordt een beetje afgezaagd, maar Marokko is werkelijk met geen pen te beschrijven. We zijn wel blij dat we nu weer groene dalen zien, je mist ze na zo´n 2 maanden toch wel een beetje. Het hoogste punt van de weg is 2300 meter en je ziet dan rondom je heen de besneeuwde pieken van de Atlas. Overal waar je even stopt voor het uitzicht of een foto, staat er direct een aantal verkopers van kristallen naast de camper, sommigen erg mooi, anderen duidelijk nep, de meest griezelige kleuren van fel oranje tot gifgroen, het is maar waar je van houdt. Ik verlang zo langzamerhand naar het einde van deze rit, want al die haarspeldbochten vallen niet zo goed, zeker niet met dat zware voetje van manlief, die het een sport vindt om de bochten zo snel en kort mogelijk te nemen. Tegen vieren komen we aan in Marrakech, de 1000 jaar oude stad die prachtig gelegen is op een vlakte aan de voet van de Hoge Atlas. Bij het binnenrijden leiden 2 jongens op fietsen ons door de stad naar de parking bij de Koutoubia moskee. Ze gaan dwars door alles heen, het is wel de kortste maar niet de meest gemakkelijke weg. De parking (45 drh) is krap en erg warm, er staat een muur omheen zodat alle warmte blijft hangen, maar heeft wel het voordeel dat we hier vlak bij het bekende DJmaa el Fna plein zitten, het hart van Marrakech. De stad is, samen met Fez, de belangrijkste historische stad van Marokko, om alles te zien heb je aan 1 dag echt niet genoeg. Na een uurtje rust gaan we onder leiding van Erna en Etiënne naar het centrum. Binnen 10 minuten staan we in het hart van de stad en we weten niet waar we het eerst naar moeten kijken ! Marrakech heeft dik 1 miljoen inwoners en volgens ons zijn die nu allemaal op het plein aanwezig. Je moet je voorstellen, een zeer groot plein waar in het midden tientallen eetkraampjes staan (uitsluitend ´s avonds) en daar omheen acrobaten, muziek, slangen bezweerders, waarzeggers, dokters, tandartsen noem maar op, daar omheen dan de winkeltjes met aangrenzend de ontelbare souks, van schoenen, potterie, zilver, kleding, noem maar op en je vindt het. Dit oude centrum heeft 15 poorten waardoor je in de medina kunt komen, sommige niet meer dan een gat in de muur. Onze indrukken van dit plein zijn even niet te beschrijven, ik krijg het er een beetje benauwd van, al die mensen en al die geuren, kruiden, vlees, mensen en wat er verder nog kan ruiken. Mijn maag begint een eigen leven te leiden, zodat we besluiten om het voor vandaag voor gezien te houden. Ik duik al om 8 uur mijn bed in, compleet kapot, ik ril van de koorts en koppijn. s´Nachts begin ik over te geven tot er niets meer inzit en val ik eindelijk in slaap.
De Ouzou watervallen, 9 maart.
De volgende morgen komt Erna met een nare mededeling, Etiënne zijn hand is zeer gezwollen en hij heeft veel pijn. Hij heeft een week of 4 geleden zijn arm geblesseerd en daarbij een pees in zijn bovenarm afgescheurd. Ze vraagt of we alleen verder willen, of een verkorte route pakken, zodat ze zo snel mogelijk naar Spanje kunnen, waar hij geopereerd kan worden. Iedereen kiest voor de korte route, zodat we om half 10 vertrekken naar de watervallen van Ouzou. Ik ben nog steeds niet in orde, maar de crackers zijn er in gebleven, verder heb ik spierpijn van het spugen maar voor de rest gaat het goed ! We zijn blij weer in een mooie en rustige omgeving te rijden!
Onderweg stoppen we even voor brood en vlees, er staan schaapskoteletten op het menu.
In de loop van de middag bereiken we de camping van Ouzou, heerlijk gelegen op 1000 meter hoogte, wat een fris en een beetje vochtig klimaat geeft, een verademing na al die droge lucht.
Na een uurtje rust gaan we op pad naar de watervallen. We moeten wat klimwerk verrichten en komen dan op een uitzicht plateau waar we een prachtig overzicht hebben op de watervallen, ik schat ze zo´n dikke 100 meter hoog en er komen 5 watervallen over de rand vallen. Het is een toeristische attractie, ook voor de Marokkanen, zodat de bijbehorende eettentjes niet ontbreken. Al met al kunnen we hier onze tijd best besteden. De schaapskoteletten smaken prima na zo´n wandeling, kennelijk ben ik weer helemaal in orde! Het is wederom een plek waar we de volgende keer meer tijd gaan door brengen, al was het alleen maar om te wandelen in de prachtige natuur.
Richting Fez, 10 maart.
Al om 9.30 uur staan we klaar voor de trip naar Fez, althans, richting Fez want de afstand is bijna 400 km., dat redden we niet op 1 dag. Eerst een klein stukje terug en dan de weg vervolgen naar het stuwmeer van Bin-el Ouidane, alweer een adembenemende route, letterlijk want de pas is zo hoog dat we boven de wolken zitten ! De weg is echter goed en gelukkig met een normale breedte, zodat passeren geen halszaak wordt. We rijden in een kalm tempo om maar zoveel mogelijk te zien tot we de grote weg bereiken, dan kan er wat meer gas bij en dat moet ook willen we een flinke afstand overbruggen. De geplande camping in El-Ksiba komt al in zicht om 13.30 uur zodat we na overleg besluiten om door te gaan naar Ifrane, waar Erna nog een leuke camping weet. Zo gezegd zo gedaan, net als je denkt alle mooie gebieden nu wel gehad te hebben, komt de volgende er weer aan, het is echt niet te geloven. Tegen 18.00 uur komen we bij de camping aan, die midden in een boomgaard ligt. We hebben deze dag 344 km. afgelegd en dat kunnen we merken, vroeg naar bed, want morgen gaan we al vroeg naar Fez.
Fez, 11 maart.
Vertrek rond 9.00 uur na een heerlijk rustige nacht, vanmorgen geen imam, we gaan hem nog missen! De 80 kilometer naar Fez gaan voorspoedig en alweer door een mooi landschap. Erna zegt geen weg te weten in Fez zodat ik haar onze kaart leen. Toch rijden we ergens verkeerd, maar na wat vragen hier en daar komen we toch in Fes el Bali terecht en vinden een parking vlakbij de Bab bou Jeloud poort.
k ga eerst zeggen wat de reisgidsen er van zeggen : De een zegt “”Féz zien en dan sterven !” De andere zegt: “Het trotse Féz is een van de boeiendste steden van de islamitische wereld en in cultuur-historisch opzicht de belangrijkste stad van Marokko”
Als je dit leest, dan wekt dat een bepaalde verwachting, dat spreekt vanzelf. Nu hadden wij slechts een paar uur de tijd en dat is niet veel, maar je kan toch wel een indruk krijgen. De allereerste indruk is er een van ontzettend vuil en onvriendelijke mensen.
Er kan geen lachje af en dat zijn we niet gewend de afgelopen maanden. We worden belaagd door gidsen en verkopers, maar Erna poeiert ze af. We willen naar de leer ververs en met onze kaart in de hand en de hulp van een niet gevraagde gids komen we uit op een binnenplaats, waar de wol op de grond ligt en de huiden aan de muren hangen. Via een andere niet gevraagde gids komen we bij een nauw trappetje dat we op moeten en belanden zo in een jassen en tassen winkel, jawel, maar met een terras dat zo uitkijkt op de leerlooierijen. Het lijkt een beetje op een middeleeuws tafereel, stapels stinkende huiden, die geschrapt en gelooid worden waarna ze in grote stenen troggen gestopt worden waarin verfstof en urine zit! De geur is geheel bijpassend aan de beelden. De mannen stampen met hun voeten in de troggen om de huiden goed te doordrenken, geen gezond werk lijkt het ons, maar als er brood op de plank moet. Er word hard gewerkt, het is zeer zwaar, want de natte huiden wegen als lood, de mannen zijn ook allemaal jong, ik hoop dat ze hier flink wat geld voor krijgen.
Als we de leerhandel weer verlaten, zowaar zonder iets te kopen, alleen Erna blijft aan een tas hangen, worden we buiten belaagd door verkopers. We worden helemaal ingesloten en ze zijn zeer brutaal. Ik krijg het benauwd van al dat gedrang en wordt boos, met een zeer agressief “Sir, barra” mep ik ze uit mijn buurt. Oh wonder, het werkt en ze laten me met rust. Mijn man heeft intussen toch een handeltje gedaan en ik ben boos, want aan mij hadden ze niets verdiend, dat gedwingelandij, daar moet ik niets van hebben en vindt het een slechte zaak voor Féz. We gaan op zoek naar de ingang van de Andalusische moskee, die een mooi portaal heeft. Via zeer smalle en drukke straatjes komen we er, gauw een foto maken en dan richting uitgang, want het is inmiddels al 13.00 uur en we moeten nog naar Meknes. Bij de uitgang krijgt slechts 1 gids wat geld en de rest krijgt niets, we hebben er niet om gevraagd. We komen hier nog wel eens terug maar dan vanaf de camping met een officiële gids, zodat we al dat moois dat er zijn moet toch een keer kunnen aanschouwen.
Meknes, zelfde dag.
Via de tolweg komen we al spoedig in Meknes aan, waar we eerst op zoek gaan naar de camping. Erna vraagt een Marokkaan de weg en deze rijdt wel even voor, kijk, dat is het Marokko dat we kennen ! Via een zééééér slechte weg bereiken we de camping, die prachtig gelegen is in een heerlijk park. Meknes zelf ligt in een mooi groen heuvellandschap, omgeven door kurkeikbossen. Het is de kleinste koningsstad van de 5 maar zo op het eerste gezicht wel veel vriendelijker dan Féz. Als we een beetje uitgerust zijn komt Etiënne vragen of er belangstelling is voor een tocht per koets door Meknes, de koppen zijn gauw geteld, we gaan met ons zessen.
Erna vindt het veel te warm en Etiënne is blij dat hij kan rusten. De koets wordt besteld voor 16.00 uur, dan is het niet meer zo warm. Tegen vieren staan we bij de poort en ja hoor, een grijnzende koetsier geeft ons een handje en helpt ons in de koets. Eén moet op de bok bij hem, de rest mag beneden zitten. Zo worden we lekker schommelend naar het stadje gebracht. Een van ons spreekt Frans, zodat die een beetje kan tolken en vertellen wat we willen zien. We rijden eerst langs de vele mooie muren van Meknes en bekijken het een en ander vanaf de buitenkant met een bezoek aan de Koninklijke stoeterijen, (foto boven) waar nu alleen nog maar paarden staan om mee te fokken, ze hebben allemaal klinkende namen en hun vaders en moeders hebben veel prijzen gewonnen, althans volgens de bordjes, dan draaien we naar binnen via een mooie poort en rijden langs het Koninklijk Paleis met zijn mooie entré Nu op weg naar het mausoleum van Moulay Ismael, (foto links) we worden voor de deur afgezet en kunnen gratis een bezoek brengen volgens onze koetsier. Hij heeft er lol in dat we alles willen zien. Het Mausoleum ziet er van buiten niet mooi uit, maar als we eenmaal binnen zijn en onze schoenen uit hebben gedaan, lopen we op blote voeten een prachtige ruimte in.
Het is in een woord schitterend, prachtig bewerkte plafonds, mooie mozaïeken en marmer. De tombe staat in een aparte ruimte, waar ik stiekem een foto van maak, sorry het bord niet gezien. Na een half uur zoeken we ons koetsje weer op en gaan we naar het place el Hedim, een druk plein aan de ingang van de medina, er tegenover staat de beroemde Bab el Mansoer, de mooiste poort van het land en het visitekaartje van Meknes. Ons Belgisch koppel stapt hier uit, ze willen nog wat inkopen doen, zodat we met ons vieren verder gaan, nu zonder tolk, richting camping want we zijn al 2 uur onderweg.
De koetsier wijst ons in het voorbijgaan op een poort en zegt “Anciënt Medina” wat we vrij vertalen als de oudste medina, hij gebaart dat we foto´s kunnen gaan maken in de medina, maar we hebben geen zin en leggen uit dat we moe zijn. Hij grinnikt en zegt “oké, grand tour” het zal wel goed zijn. Hij start het paard weer en we gaan verder tot hij 10 minuten later afdraait en met een scherpe bocht een straatje inschiet, wij verschieten ook, want hij gaat recht de medina in.
Het is 18.15 uur en op dit tijdstip is het er bom en bomvol ! De straatjes zijn zeer nauw, maar nu is ook de weg bezaaid met kooplui die hun waren op de straat uitgestald hebben, karren en kleden, tafels, bakfietsen, noem maar op, midden op straat dus en daartussen al die mannen en vrouwen die er hun dagelijkse inkopen doen.
Wij staan er midden in met paard en koets, totaal verbijsterd over wat de man doet. Als de mensen onze verblufte gezichten zien beginnen ze spontaal te lachen, de kooplui die hun handel van de straat moeten halen doen dit stoïcijns, kennelijk kennen ze hem. Hij staat lachend rechtop op zijn bok en heeft pret voor 4. Ik schaam me dood en gebaar, dat dit het werk is van de koetsier, iedereen heeft pret, maar met de nare ervaring van Féz eerder deze dag, verwacht ik minstens een partij rotte eieren op ons dak, maar nee hoor, alles en iedereen gaat opzij. De koetsier vraagt of we het leuk vinden, hij wil mij op de bok zodat ik foto´s kan maken, maar het is zo nauw dat ik de koets niet eens uit kan! Nee dus, laat mij maar lekker zitten.
Als we weer een ander straatje ingaan, roept een lachende ondernemer, “ah, you have the grand tour ” nu valt het kwartje bij ons. Hij flikt dit dus wel vaker, wij kunnen er nu ook om lachen en genieten van de leuke medina. Hij draait ook de metaalwerkers medina nog in, gelukkig veel rustiger, zodat mijn man naast hem gaat zitten en nog wat foto’s maakt. Wij hebben de slappe lach, steeds verder gaan we, nu weer naar buiten, waar hij ons naar een plekje brengt waar we een prachtige zonsondergang kunnen zien. Nu gaan we echt richting camping waar we precies om 19.00 uur worden afgeleverd. De prijs? 180 dirham voor 3 uur pret, we geven hem 200 en hij is de koning te rijk, handjes schudden en schouder klopjes. Wij gaan gauw iets eten, want de mannen gaan voetbal kijken.
Volubilis en Larrache, 12 maart.
Vertrek om 9.15 uur naar het ongeveer 40 kilometer van Meknes gelegen Volubilis, een opgraving van een oude Romeinse stad. Kor heeft er niet veel zin in, hij voelt zich beroert en heeft de hele nacht lopen spoken, koorts en misselijk! Het klinkt bekend, misschien heeft hij een beetje teveel inspanning gehad, we rijden de laatste dagen ook flinke afstanden en de temperatuur ligt steeds rond de 30 graden, geen pretje. We rijden naar het plaatsje Volubilis en dat was verkeerd, we hadden Moulay Idriss moeten hebben, maar geen nood, er loopt een weggetje binnendoor en na 15 kilometer kuilen en bulten, weliswaar door een prachtig landschap, komen we aan waar we wezen moeten.
De baas gaat met een aspirine plat en ik ga met Erna en nog een koppel naar de site. Er staat een mooie triomfboog en de zuilen van een oude tempel. Rond het jaar 40 werd deze oude Berbernederzetting geromaniseerd, er kwamen tempels en villa´s waarvan nu de resten nog staan, sommige met prachtige mozaïekvloeren, ook de badhuizen ontbreken niet. Het geheel is aan het eind van de 19de eeuw door archeologen herontdekt. Het is de moeite waard om te bekijken, het moest alleen niet zo warm zijn. Als we alleen zouden zijn dan was dit bezoek om 9 uur ´s morgens gepland en niet om 11 uur ! Na afloop koelen we af met een glas vers geperst sinasappelsap, zalig! Manlief heeft even kunnen slapen en we gaan door naar Larrache, onze laatste stop voor Tanger. Het is bloedheet zodat we niets anders doen dan drinken. Het wordt een moordende rit van 200 km. Onze thermometer staat op 33 graden, het wordt tijd om Marokko te verlaten. Na aankomst op de speciale parking voor Tanger gangers duikt mijn man direct zijn bed in, hij is hondsberoerd. Ik maak wat zoute bouillon, want ik vermoed een zouttekort. De misselijkheid zakt iets af, maar hij blijft koorts houden. Onze medereizigers willen ook het liefst zo snel mogelijk naar de overkant, zodat met algemene stemmen wordt besloten om morgenvroeg om 7.30 uur te gaan rijden en te proberen om de boot van 10 uur te krijgen, dan is het nog niet zo bloedheet! Hiep, hiep. Ik bel onze dochter, die opgelucht is dat we op tijd (Bush) uit Marokko verdwijnen. Fijn om weer naar huis te gaan, nu mijn mannetje nog snel beter, dan is alles goed.
Algeciras, 13- 14 maart.
Vandaag wordt de cirkel rond gemaakt, al om 7.00 uur is iedereen klaar en rijden we met de motorhome richting Tanger, een heel stuk over de tolweg, dat schiet lekker op en bij Ashilah volgen nog 62 km. gewone baan. Het is geen beste, maar dat wisten we al. Mijn man is nog steeds niet in orde en kan alleen met aspirine op de been blijven, ik maak me zorgen, maar hij zegt niet wat er loos is. Eenmaal bij de haven, worden we naar een vertrek plaats gedirigeerd, helaas blijkt de boot van 10.30 uur vol te zijn. Uiteindelijk kunnen we op een boot, de Rif II, een andere dan op de heenweg en vertrekken we om… 15.00 uur! Aan boord zoeken we een bank waar mijn man op kan liggen. We zijn voor alles ingeënt, zodat er niet al te veel mis kan zijn, maar er is iets duidelijk fout! De oversteek verloopt vlot, de zee is rustig en het uitschepen en douane loopt op rolletjes, gauw naar de parking in Palmones. Het is er druk, morgen begint hier het carnavalsfeest, dus dan moeten we weg wezen. Mijn man gaat direct naar bed, ik vertrouw het niet en vraag door wat ie toch heeft, blijkt hij al gedurende 3 dagen een blaas ontsteking te hebben en heeft erg veel pijn!
Ik wordt ontzettend boos, tja, ik had ook al 2 nachten niet geslapen, en ga direct naar de apotheek om een antibiotica kuur te halen.
Gelukkig krijg ik het zonder recept en kan hij direct de eerste pil innemen. Al na een uur neemt de pijn af en kan hij een beetje slapen De volgende morgen heeft hij al weer wat praatjes.
We gaan gezamenlijk op pad naar Cala Mijas, (Spanje foto links) waar Erna en Etiënne ons een afscheid diner (foto rechts boven) aanbieden.
Met zijn achten naar de chinees, waar we een rijsttafel aangeboden krijgen. Hierna is er afscheid en gaat iedereen zelf op pad.
Terugkijkend op onze reis kan ik alleen maar zeggen : Marokko is een land dat je moet voelen, ruiken en proeven, het is een land van tegenstellingen, adembenemend mooi, maar soms ook foei lelijk, rijkdom gaat samen met schrijnende armoede, soms ook heel smerig, de natuur is met geen pen te beschrijven zo mooi en de Marokkanen zijn, heel anders als we dachten, zeer vriendelijk en behulpzaam (Fez uitgezonderd) en hebben een groot gevoel voor humor, ze zijn over het algemeen zeer gelovig, maar toch ook weer met een knipoog naar Allah.
Als iemand zegt, naar Marokko? Dan zeggen wij DOEN!
campersite.be dankt Margot Kuilenberg