|
Pontarlier lijkt ons niet echt noemenswaardig. Bij ´Cluse de Joux´ (met 2 schitterende
kastelen op de heuvelflanken) draaien we rechtsaf richting ´Oye-et-Pollet´ en houden nog
even halt bij de ´Source Bleue´. Op 200m van de weg spuwt de bron het water
naar het ´Lac de St Point´. Mooi zonder meer, maar niet echt uitzonderlijk. We
besluiten om bij dit prachtige weer de ´Mont D´Or´ nog mee te pikken. In
Metabief (zeer bekend winterskioord) verschijnt alweer de eerste sneeuw langs
de wegen. De steile bergflanken met de brede boomloze couloirs verraden de
winterse activiteiten. Voorbij ´Longevilles´ volgen we de pijlen ´Mont D´Or´ en
slagen linksaf aan een verweerde boerderij. Het smalle wegdek verklaart de
verbodsborden voor bussen en vrachtwagens. De 4 km tot de top gaan van steil naar steiler en steilst.
Als klap op de vuurpijl verschijnt sneeuw op
het asfalt. Het All-Season profiel van onze camperbanden heeft het er wat
moeilijk mee en af en toe spinnen de banden even door. Zonder veel erg maar het
is toch oppassen geblazen. De laatste 500m stijgt het pad met een gemiddelde
van 19% (en meer) en die worden dan ook compleet in de eerste gang afgewerkt.
De weg mondt uit op een grote parkeerplaats. De resterende honderden meters
dienen te voet afgelegd te worden. Op de top van de ´Mont D´Or´ (1461m) is het
schitterend. Op de vlaktes onder ons liggen nog heuse partijen sneeuw. De
oostkant van de berg is vrij abrupt afgekapt en een verschrikkelijke
afgrond vormt de bijna natuurlijke grens met Zwitserland. Ver weg in
het zuiden doemen de Alpen op met in het midden, de altijd besneeuwde kroon van
de Mont Blanc. Ondanks de , in vogelvlucht, 110 km is het gebergte goed zichtbaar,
wat zeker niet alle dagen het geval is. Na een uurtje wandelen
en van de natuur genieten houden we het voor bekeken en zakken af richting
´Malbuisson´. Op een ondermaatse campingstek met een onovertroffen uitzicht op
het meer, voldoen we aan de nodige maintenance van lijf en leden, de
motorhome wordt gevuld en ontdaan van de nodige vloeistoffen en bij een ondergaande
zon schrijven we dit dagboek. Deze dag zit er alweer op, met pijnlijke kuitjes
kruipen we onder de wol en slaaaaa...
04 April
Dikke mist hangt over het water. Langzaam trekken de nevelslierten onherkenbare
patronen tot ze halverwege de voormiddag in alle stilte oplossen door een
nadrukkelijk aanwezig zonnetje. Tegen die tijd wordt de motor gestart en
vertrekken we richting ´Mouthe´. Kleine D-wegen golven doorheen een
prachtig gebied. Van ´Les Pontets´´ en
´Cerniébaud´ tot ´Arsure´ en ´Gillois´.
Godvergeten boerendorpjes op het plateau van de ´Haut Joux´ (1000m). We bezoeken
de ´Source de l´Ain´. Uit een oneindig gat kolkt onophoudelijk
het bronwater van de Ain. In alle rust genieten we van een broodmaaltijd.
Het lijkt of we alleen zijn op de wereld, nergens enige vorm van toeristisch
gekakel, deze streek is precies onbestaand voor motorhomes en caravans. Daarna gaat het
van Sirod en Syam (prachtig) tot ´le Frasnois´. We stoppen nog een
halfuurtje bij de ´Cascade de la Billaude´ en zetten
daarna onze weg verder tot ´Ilay´, hier volgt de kers op de taart; de
´Cascades du Hérisson´ kan je weeral op twee verschillende manieren gaan
bewonderen. De eerste mogelijkheid, je rijdt tot ´Doucier´ en volgt de pijlen
´Relais de l´Eventail´ waarna je na enkele km een vrij grote, betalende parking
vindt. Je mag er met de motorhome niet overnachten. Met een iets beter schoeisel dan
teensleffers kan je zonder problemen tot de Eventail en de Grand Saut
stappen. Er ligt een hoogteverschil van om en bij de 65m tussen de twee
watervallen en ze liggen zo´n 300m uit elkaar.
Wij verkozen de tweede mogelijkheid, vanop de parking in Ilay te voet tot de
´Eventail´. Slechts een dikke 3 km maar het zijn er dan wel die aan
de botten blijven plakken ! De eerste twee kilometer zijn van vals plat tot
licht bergaf, bij de vele watervallen is het wat trappenwerk maar vanaf de
´Belvédère´ van de ´Grand Saut´ is het menens. Langs
smalle en soms moeilijk begaanbare bergricheltjes kan je verder tot de
´Eventail´.
De watervallen zijn impressionant en de inspanning meer dan waard.
Bij lekker weer kan je zelfs achter de ´Grand Saut´ (60m) doorwandelen, een
ijskoude douche en watergordijn trotserend. Het hoogteverschil tot de basis van
de ´Eventail´ is zo´n 180m, de laatste honderden meters echter met een
stijgings- of afdalingspercentage van 30%. Tijdens de afdaling hebben we
genoten van elke centimeter, om het fysiek wat beklijvender (onder aanvoering
van de dochter) te maken zetten we op de terugweg wat stoom op de ketel. Na
twee uurtjes komen we terug aan onze trotter waar we ons wat verfrissen en
liters water achterover gieten.
We rijden door tot Baume-les-Messieurs. Vooraleer ons op de plaatselijke
municipal neer te zetten bekijken we het grote keteldal vanaf de Belvédère in
Grange s/Baume. Het Middeleeuws dorpje straal rust en oudheid uit. Toch ook iets
verontrustend, zo omcirkeld door kalkwanden van meer dan 100m. Samen met twee
andere motorhomes delen we de camping en genieten van de zonsondergang...
05 April
Voor de eerste keer deze vakantie laat de zon het wat afweten. Na het
ontbijt maken we een ochtendwandeling door het dorp. Het Middeleeuws karakter
heeft wel iets, spijtig dat de kerk van de abdij in zo´n verwaarloosde toestand
verkeert. Deze tijd van het jaar lijkt gekenmerkt door werkzaamheden en
renovatie. Na een halfuurtje starten we de motorhome richting watervallen. De bestaande
literatuur is overduidelijk en correct, het is net een bruidsjurk. De
´Belvédère´ gaat langs verschillende kalkplateaus en is zeker de moeite. (De
grotten zijn gesloten wegens onderhoud)
We verlaten het keteldal en nemen de N83 tot Poligny, vervolgens de
N5 en de D469 richting Arbois. Eerst passeren we de Grotte des Moidons,
daarna de ´Cirque du Fer à Cheval´ (uitzichtspunt op het keteldal). Vervolgens
nemen we de afslag naar Les Planches. De grotten met dezelfde naam zijn
indrukwekkend, de prijs van 5.90€ p/p meer dan correct. Een jonge vrouwelijke
gids leidt ons op een uurtje door de spectaculaire grot, niet de gewone
druipstenen, maar ronde geërodeerde ´marmites´, ongewone vormen,
door water en brokstukken uitgehold uit de kalkrotsen. Met veel passie legt de
gids de geschiedenis van de ondergrondse tunnels uit en met enige spijt verlaten
we Les Planches.
´Arbois´ is de bekendste wijnhoofdstad van de Jura. Het gonst er van
de activiteiten, de motorhome parking op het marktplein is dan ook niet het voorbeeld
van rust, eerder een ´als-het-echt-niet-anders-kan´ parking. Op de stelplaats
uit de FrancePassion gids in ´Les Arsures´ kan je nog geen aanhangwagen kwijt
(foei-foei). We rijden terug naar ´Pupillin´, een 3-tal km ten zuiden van
´Arbois´ en vinden er een FP-wijnboer. De vriendelijke patron heet ons welkom
en dochterlief wordt direct aangespoord om, op onze vraag, de plaatselijke
producten te laten proeven. Een uurtje later verlaten we de zaak, geladen met
een vrachtje overheerlijke Jura-specialiteiten. En ik kan je verzekeren, niet
alleen ons haar was in de wind….
´s Avonds maken we nog een wandeling door het wijndorpje en genieten van
het uitzicht, het plateau biedt schitterende panorama´s.
6 April
Van Arbois gaat het naar Les Arsures en Salins-les-Bains. We
plaatsen de motorhome op de vrij grote parking naast de zoutziederij. Binnenin
de gebouwen keer je precies 150 jaar terug in de geschiedenis. De gids legt
ons het hele zoutwinningsysteem haarfijn uit. Met de brochure in de hand staan
we even stil bij de verschillende niveaus, de ondergrondse galerijen zijn echt
impressionant. De techniek voor het bouwen van kerken vinden we hier terug in
de ontelbare steunberen en gewelven. Na zowat een uurtje eindigt de rondgang
in de ziederij. We rijden door tot ´Nans s/s ste Anne´ (ongeveer 15 km, en passeren
Le Port de Diable. In het dorp volgen we de aanwijzingen tot de Source de
Lison. Op de grote parking staan we helemaal alleen, overal is het behoorlijk
kalm. Na het middagmaal binden we andermaal de wandelschoenen aan en stappen
enkele minuutjes tot de bron. Het is al de zoveelste, en steeds is het
volledig anders. Op verschillende niveaus genieten we van het uitzicht.
De Creux Billard ligt op een 10 minuutjes stappen van de bron.
Een overdrukmeertje geheel omcirkeld door
stenen wanden. We wandelen een kwartiertje verder tot de Grotte Sarazine.
Dit vonden we echt ongelooflijk, bijna niet te omschrijven. Als een nietig
mensje sta je in de mijl van een gigantisch bergmonster. Als een kathedraal,
zo mooi en gracieus verheft de bergwand zich bijna 150m boven de grot. Onderin
voert een ondergronds kanaal wat water naar buiten. Bij felle regen kan dit
kanaaltje op een
kwartier tijd omgetoverd worden tot een bruisende en kolkende waterstroom. We verkennen de
grot en keren na een 10-tal minuutjes terug naar de motorhome. Bij een bezoek
aan de streek mag je deze bron met grot zeker niet vergeten, eenmaal hier zal
je weten en voelen waarom…
Het weer is prima, alleen de felle wind maakt het eigenlijk wat frisser dan je zou denken.
Alvorens de terugweg naar België aan te vetten, hadden we toch nog graag de
ijsgrotten bezocht. In Nans plunderen we eerste nog een Fromagerie. De
Comté kaas is zoooo... lekker.
We rijden door het dal van de Lison en vervolgens van de Loue. Het ene keteldal
volgt het andere. Van Ornans gaat het tot Valdahon. Een 10-tal km verder volgen
we de wegbewijzering tot de grote parking van de Grotte de la Glacière. Al is de
Jura misschien niet uniek (voor ons wel), deze grotten zijn het zeker
(alleszins in Europa). Een open kuil op 550m hoogte. Langzaam volgen we de
gids, eerst langs een boswegje, dan langs een houten en vervolgens een ijzeren
trap. Hoe dieper we afdalen in de immense kuil, hoe kouder. Het
angstaanjagende is gewoon dat deze grot niet te betreden is via een deurtje of
een gangetje, neen het is gewoon een groot gat in de grond. Na enkele
10-tallen meters zie je de eerste sneeuw, de ijzeren trap ligt bedekt met een
dikke ijslaag. Onder begeleiding van de gids dalen we dieper en dieper de grot
in. Ysformaties dringen zich op, gigantische
ijsstalactieten, een schitterend ijsspektakel terwijl je, als je naar
boven kijkt gewoon de pure, blauwe hemel kan waarnemen, één grote diepvries
(-10°) in hartje natuur. Na een half uurtje klauteren we voorzichtig terug
naar boven, onze neus heeft al een aardig kleurtje naar het schijnt. De avond
begint te vallen, de tijd om een slaapstekje te zoeken aangebroken. De
officiële motorhome parkings liggen hier niet voor het rapen, dus proberen we
een camping. In Port-les-Moulins en Huanne zijn de campings gesloten, de
motorhome parking in ´Baume-les-Dames´ opgebroken. Tot slot rijden we door tot
Villersexel, eindelijk een kampeerplaats open. Na een overheerlijke douche
genieten we nog na van de prachtige dag. Tegen bedtijd valt wat regen, dat is
lang geleden.
|

|


|